Oefenen stijlfiguren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Oefenen stijlfiguren

Geef bij de volgende zinnen aan van welke stijlfiguur gebruik is gemaakt.

Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.

1. Tegenstelling
2. Opsomming
3. Herhaling
4. Climax

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.

1. Tegenstelling
2. Drieslag
3. Herhaling
4. climax

Joke werkt daar als interieurverzorgster.

1. Opspomming
2. Tegenstelling
3. Understatement
4. Eufemisme

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.

1. Drieslag
2. Omgekeerde climax
3. Herhaling
4. Tegenstelling

Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.

1. Tegenstelling
2. Omgekeerde climax
3. Climax
4. Herhaling

Ik heb goed geld voor slechte spullen gekocht.

1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Herhaling

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.

1. Hyperbool
2. Opsomming
3. Tegenstelling

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement

Altijd november, altijd regen. Altijd dit lege hart, altijd.
(J.C. Bloem - November)

1. opsomming
2. drieslag
3. tegenstelling
4. herhaling

We kopen wijn, kaas en brood

1. Herhaling
2. Hyperbool
3. Drieslag
4. Metafoor