Eindquiz CKV

1 / 38
next
Slide 1: Video
CkvMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Eindquiz CKV 

Slide 5 - Slide

Waarom een eindquiz van CKV?
A
De ckv lessen zijn op
B
In een laatste poging ons iets te leren
C
Het is een traditie
D
Ter afsluiting op de eindgesprekken

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Een kijker combineert 2 achtereenvolgende beelden tot 1 gedachte. Het heet dit effect?

Slide 8 - Open question

Quiz
Wat is onmisbaar voor cultuur?
A
Muziek
B
Gebouwen
C
Mensen
D
Kunst

Slide 9 - Quiz

Quiz
Cabaretier Thjum Arts is autodidact: 
A
Hij maakt grappen over auto's
B
Hij volgde geen cabaretopleiding
C
Hij heeft een vorm van autisme
D
Hij geeft les aan stand-up comedians

Slide 10 - Quiz

Fysiek cabaret...
A
gebruikt geen tekst
B
is vooral visueel
C
bestaat niet
D
is uitsluitend fysiek

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Impressionisme
Pop art
Minimalisme
Realisme

Slide 13 - Drag question

Quiz
Organische vormen zijn 
A
ontworpen door kunstenaars
B
onderdelen van een danschoreografie
C
ontleend aan de natuur
D
altijd rond

Slide 14 - Quiz

Quiz
Bij skeletbouw: 
A
worden geen bakstenen gebruikt
B
zijn de ramen kleiner dan bij stapelbouw
C
zijn de daken altijd plat
D
hebben muren geen dragende functie

Slide 15 - Quiz

Quiz
Deconstructivisme is een soort 
A
theater
B
beeldende kunst
C
choreografie
D
architectuur

Slide 16 - Quiz

Quiz
Polyfonie is... 
A
meerstemmige muziek
B
swingende big-band muziek
C
muziek met een meeslepend ritme
D
georkestreerde chaos

Slide 17 - Quiz

Quiz
Welke functie heeft cabaret volgens Hans Teeuwen?
A
Het voorkomen van een dictatuur
B
Het maatschappelijk debat levendig houden
C
Mensen laten lachen
D
Mensen belachelijk maken

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Quiz
Welke soort cabaret is typerend voor Nederland?
A
Oudejaarsconference
B
Muzikaal cabaret
C
Stand-up comedy
D
Fysiek cabaret

Slide 20 - Quiz

Een geensceneerde foto is altijd in scene gezet
A
Alleen als de persoon op de foto het door heeft
B
Alleen als de cameraman dit wil
C
Ja, want een geensceneerde foto is in scene gezet
D
nee, want een geregistreerde foto is in scene gezet

Slide 21 - Quiz

Quiz
Wie is Frank Gehry?
A
Een cabaretier
B
Een politicus
C
Een portretschilder
D
Een architect

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Quiz
Waarvoor staat de term 'Kleinkunst'?
A
Kleine portretten
B
Amateurkunst
C
Traditie
D
Podiumkunst

Slide 24 - Quiz

Quiz
Welk woord hoort niet in dit rijtje?
A
verfkwasten
B
Licht
C
Decor
D
Rekwisieten

Slide 25 - Quiz

Action painting
Expressionisme
Surrealisme
Art nouveau

Slide 26 - Drag question

Bart en de steen reizen naar
A
Zweden
B
Oland
C
Orlando
D
Noorwegen

Slide 27 - Quiz

Ai wei wei is..
A
Beeldend kunstenaar
B
fotograaf
C
activist
D
Hij is dit allemaal

Slide 28 - Quiz

Welk woord heeft niets te maken met AI te maken?
A
manipulatie
B
ontwikkelen
C
Droomwereld
D
realiteit

Slide 29 - Quiz

Quiz
Wat zijn theatrale middelen?
A
Drugs voor jongeren
B
Drugs voor ouderen
C
Middelen die het toneelbeeld bepalen
D
De popcorn tijdens de film

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Wat was de kracht in dit filmpje?
A
De vertederende muis
B
Het kikkerperspectief
C
Het onverwachte
D
De kaas

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Video

Dit noemen wij ..
A
Jazz
B
Nederpop
C
African Souls
D
Popmuziek

Slide 34 - Quiz

De artiest van dit nummer is
A
Olivia Rodrigo
B
Billie Eilish
C
Joost Klein
D
Beyonce

Slide 35 - Quiz

Papaoutai gaat over
A
Een zoon met een depressieve vader
B
Een zoon die aandacht mist van zijn vader
C
dansen tussen verschillende leeftijden
D
dans tussen zoon en vader

Slide 36 - Quiz

The End

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video