practicum verbranding en ademhaling

Opdracht 1 (practicum)
Hypothese: Wat je zelf dacht dat er ging gebeuren als je een brandende kaars afsluit van de lucht.

- Wat gebeurde er met de vlam?
- Wat komt er tegen de binnenkant van het jampotje te zitten?
- Wat is er met de bodem van het jampotje gebeurd?

Als je een kaars van de lucht afsluit, ......................
Bij de verbranding van een kaars ontstaat.......... en komt er ......... vrij.

1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Opdracht 1 (practicum)
Hypothese: Wat je zelf dacht dat er ging gebeuren als je een brandende kaars afsluit van de lucht.

- Wat gebeurde er met de vlam?
- Wat komt er tegen de binnenkant van het jampotje te zitten?
- Wat is er met de bodem van het jampotje gebeurd?

Als je een kaars van de lucht afsluit, ......................
Bij de verbranding van een kaars ontstaat.......... en komt er ......... vrij.

Slide 1 - Slide

Opdracht 1 (practicum)
- Wat gebeurde er met de vlam?
De vlam gaat uit
- Wat komt er tegen de binnenkant van het jampotje te zitten?
Tegen de binnenkant komt er condens (water) te zitten.
- Wat is er met de bodem van het jampotje gebeurd?
De bodem is warmer geworden.

Als je een kaars van de lucht afsluit, gaat de kaars uit.
Bij de verbranding van een kaars ontstaat water en komt er warmte vrij.

Slide 2 - Slide

Opdracht 2 (practicum)
Gekookt water + kalkwater --> Kalkwater wordt: ........
Spa rood + kalkwater --> Kalkwater wordt: ........

Conclusie: 

Slide 3 - Slide

Opdracht 2 (practicum)
Gekookt water + kalkwater --> Kalkwater wordt:  Niet troebel
Spa rood + kalkwater --> Kalkwater wordt:  Troebel

Conclusie: Als je koolstofdioxide bij helder kalkwater doet, wordt het heldere kalkwater troebel.

Slide 4 - Slide

Opdracht 3 (practicum)
Hypothese: Wat je zelf dacht of er bij de verbranding van een kaars koolstofdioxide ontstaat.

Experiment: 
- je zet in twee jampotjes een stompje kaars. 
- In elke potje doe je een laagje helder kalkwater.
- In 1 van de 2 jampotjes steek je de kaars en doe de deksel er gelijk op.
- Als de kaars in dat ene potje uit is dan kijk je of het heldere kalkwater troebel is geworden. 

Slide 5 - Slide

Opdracht 3 (practicum)
Resultaat:
In jampotje 1 is het heldere kalkwater troebel geworden.
In jampotje 2 is het kalkwater helder gebleven.

Conclusie:
Bij de verbranding van een kaars ontstaat koolstofdioxide.

Slide 6 - Slide

wat gebeurt er?
+

Slide 7 - Slide

Bij het branden van een kaars
 Nodig?

 Ontstaat?

Energie?

Slide 8 - Slide

Bij het branden van een kaars
nodig: kaarsvet en zuurstof

ontstaat: water en CO2

energie: warmte en licht

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide