Oefentoets Thema 1: Planten en Dieren

Thema 1 planten en dieren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 1 planten en dieren

Slide 1 - Slide

Bij een tomaat eet je welk eetbaar deel van een plant?
A
Wortel
B
Stengel
C
Blad
D
Vrucht

Slide 2 - Quiz

Motorische ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling
Twee verliefde pubers
Een peuter die een glas water inschenkt 
Een jongen die baardgroei krijgt

Slide 3 - Drag question

Zet de levensfases in de juiste volgorde.
Baby
peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
adolescent
volwassen
bejaard

Slide 4 - Drag question

Wat doet de plant met de glucose?
A
Groeien
B
Energie opslaan
C
Ontwikkelen
D
Het is een afvalproduct

Slide 5 - Quiz

Een kat is een:
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 6 - Quiz

Welk deel eet je van Mais?
A
Alleen de zaden
B
Alleen het vruchtvlees
C
Vruchtvlees en zaden
D
De steel

Slide 7 - Quiz

Als je deze groente eet, welke delen van een plant eet je dan?
T6
A
Bladeren
B
Wortels
C
Stengels
D
Vruchten

Slide 8 - Quiz

kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel

Slide 9 - Drag question

1. Alle organismen herken je aan de 6 levenskenmerken. 
    Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.
Voortplanten
Reageren
Uitscheiden
Voeden
Ademen
Groeien

Slide 10 - Drag question

Groei is:
Ontwikkeling is: 
veranderingen in de bouw van het organisme
het steeds groter en zwaarder worden 

Slide 11 - Drag question

Wat voor doorsnede krijg je als je iets in de breedte doorsnijdt.
A
lengtedoorsnede
B
buitenaanzicht
C
rechte doorsnede
D
dwarsdoorsnede

Slide 12 - Quiz

Door welk onderdeel van de bruine boon neemt het zaad water op.
A
poortje
B
navel
C
zaadhuid
D
hartvormig bultje

Slide 13 - Quiz

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon bij de juiste nummers op je blaadje.
1
3
4
2
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Navel

Slide 14 - Drag question

Gaat deze zin over groei of ontwikkeling?:
Een tomatenplant krijgt bloemen
A
ontwikkeling
B
groei

Slide 15 - Quiz

Je wordt voor het eerst verliefd.
Wat voor ontwikkeling is dit?
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling

Slide 16 - Quiz

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 17 - Drag question

Teenganger
Zoolganger
Topganger

Slide 18 - Drag question

topganger
zoolganger
teenganger

Slide 19 - Drag question

zet de juiste leeftijden bij  de juiste benaming.
Baby
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Adolescent
Puber
Oudere (bejaarde)
Volwassene
Tot 1,5 jaar
groeispurt
1,5 tot 4 jaar
Praten, lopen, torentje bouwen
4 tot 6 jaar
fietsen, samen spelen
6 tot 12 jaar
lezen, schrijven
16 tot 21 jaar
Zelfstandig wonen
12 tot 16 jaar
groeispurt, nieuwe gevoelens, borsten
ouder dan 65
lichamelijke problemen
21 tot 65 jaar
werken, kinderen krijgen

Slide 20 - Drag question

Wat is een groeispurt?
A
groter en zwaarder worden
B
tijdelijk heel snel groeien
C
lichamelijke ontwikkeling
D
geestelijke ontwikkeling

Slide 21 - Quiz

Stelling: voor melk zijn er planten nodig?
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Waar vindt fotosynthese plaats?
A
In alle delen van een plant
B
Alleen in de bladeren van een plant
C
In alle groene delen van een plant.
D
In planten en groene dieren

Slide 23 - Quiz

Wat maakt een plant bij fotosynthese?
A
zuurstof en water
B
voedsel en water
C
voedsel en zuurstof
D
voedsel, water en zuurstof

Slide 24 - Quiz

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?

A
licht
B
zuurstof
C
voedsel

Slide 25 - Quiz

Hoe neemt een plant CO 2 op?
A
via de steel
B
via de bladeren
C
via de wortels
D
geen van deze antwoorden is goed

Slide 26 - Quiz

Wat is een gestroomlijnd lichaam?
A
waslaagje die het lichaam bedekt
B
verandering van kleur in het lichaam
C
dit zijn de vinnen van een waterdier
D
wanneer kop, lijf en staart in elkaar overlopen.

Slide 27 - Quiz

Wat voor snavel heeft een steltloper (eet veel bodemdiertjes)?
A
haaksnavel
B
watersnavel
C
priemsnavel
D
pincetsnavel

Slide 28 - Quiz

Zangvogels die vooral insecten eten hebben een...?
A
pincetsnavel
B
kegelsnavel
C
zeefsnavel
D
haaksnavel

Slide 29 - Quiz