MH2 Voorzetsels 4de naamval

Voorzetsels
met een vaste naamval
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voorzetsels
met een vaste naamval

Slide 1 - Slide

K9: Voorzetsels met een vaste naamval
Welke voorzetsels 4de naamval heb je geleerd?

En welke zijn dat?


Slide 2 - Slide

Voorbeeldzinnen
Ich habe das für dich gekauft.
Ik heb het voor jou gekocht.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
durch
B
gegen
C
aus
D
um

Slide 5 - Quiz

Voorbeelden van zinnen met een voorzetsel 4e naamval
1. Hij - Ich habe ein Geschenk für ......gekauft. 
2. jullie - Ohne ....... können wir nicht gehen. 
3. ik - Das hat er von ..... bekommen.
4. jou - Mit ... gehe ich nach Berlin

Slide 6 - Slide

Voorzetsels 4e naamval

durch
für
gegen
ohne
um

Slide 7 - Slide

Hoe werkt het?
Na een voorzetsels met een vaste naamval komt altijd een persoonlijk voornaamwoord in die naamval.
Bij de 4e naamval is dat:

Slide 8 - Slide

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
von
C
um
D
durch

Slide 9 - Quiz

Welk pers. vnw. past NIET bij dit voorzetsel für (4de naamval)
A
mich
B
dich
C
ihn
D
ihm

Slide 10 - Quiz

Welk pers. vnw. past WEL bij het voorzetsel gegen (4de naamval)
A
dir
B
es
C
ihm
D
ihnen

Slide 11 - Quiz

Zelfstandig oefenen

Slide 12 - Slide