Rekenen | 3. Omtrek, oppervlakte en inhoud

DOMEIN METEN EN MEETKUNDE
LES 3 | OMTREK, OPPERVLAKTE EN INHOUD

1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

DOMEIN METEN EN MEETKUNDE
LES 3 | OMTREK, OPPERVLAKTE EN INHOUD

Slide 1 - Slide

LES 3 | omtrek, oppervlakte en inhoud
  • Diameter = de doorsnede van een cirkel. De diameter wordt aangegeven met d. 
  • Straal = de helft van de diameter. De straal wordt aangeven met r (radius). 
  • Pi (π) = het getal pi is afgerond 3,14 en wordt gebruikt bij het berekenen van omtrek en oppervlakte

Slide 2 - Slide

Hoe bereken je de omtrek?
A
lengte x breedte
B
lengte x 2 x breedte x 2
C
lengte + lengte + breedte + breedte
D
Lengte + breedte

Slide 3 - Quiz

Welke gegevens heb je nodig voor het berekenen van de inhoud?
A
Lengte en breedte
B
Lengte, breedte en omtrek
C
Lengte, breedte en oppervlakte
D
Lengte, breedte en hoogte

Slide 4 - Quiz

1 dm3 = 1 liter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

5 cm
5 cm

Slide 6 - Slide

5 cm
5 cm
5 x 5 = 
25 cm2

Slide 7 - Slide

20 m
2000 cm

Slide 8 - Slide

20 m
2000 cm
Bereken de oppervlakte in m2

Slide 9 - Slide

De oppervlakte in
het voorbeeld is ...
A
400 m2
B
40.000 m2
C
40 m2
D
4.000 m2

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Bereken de inhoud in dm

Slide 12 - Slide

De inhoud in
het voorbeeld is ...
A
180 m3
B
180 dm3
C
60 dm3
D
36 dm3

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video