Schaatsen_les3_DSSV

1 / 17
next
Slide 1: Interactive video with 11 slides
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

11

Slide 1 - Video

01:29
In welk jaar werd de basis gelegd voor de klapschaats?

Slide 2 - Open question

01:59
Waarom is de klapschaats bedacht?
A
Om sneller te kunnen schaatsen
B
om ervoor te zorgen dat de schaats afzet van het been beter wordt
C
om te zorgen dat de schaatser een betere balans op het ijs heeft

Slide 3 - Quiz

03:30
In welke periode kreeg de kernploeg de schaatsen aangereikt?
A
1983-1984
B
1984-1988
C
1982-1986
D
Geen van deze

Slide 4 - Quiz

03:40
Hoe vaak werd Hein Vergeer Kampioen?
A
1 x Europees - en 2 x Wereldkampioen
B
2 x Europees en 2 x Wereldkampioen
C
3 x Europees en 1 x wereldkampioen

Slide 5 - Quiz

04:33
Hoeveel seconden zou de klapschaats sneller zijn volgens de professor
A
5 sec. per rondje
B
7-8 sec. per rondje
C
2-3 seconden per rondje

Slide 6 - Quiz

06:22
Zijn de eerste klapschaatsen in de kleedkamer kapotgemaakt?
A
Ja
B
Nee
C
Daar zijn tot op de dag van vandaag verschillende verhalen over

Slide 7 - Quiz

06:57
Wie heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat de klapschaats normaal werd in het wedstrijdschaatsen?
A
De kernploeg van 1994-1995
B
Een groep junioren van de hogeschool in 1994-1995
C
een aantal onbekende testrijders

Slide 8 - Quiz

07:55
Wie was de 2e groep die de schaats accepteerde?
A
De senioren heren / kernploeg
B
De dames

Slide 9 - Quiz

09:04
Wie werd de 1e wereldkampioen op de klapschaats?
A
Bart Veldkamp
B
Tonny de Jong
C
Ireen Wüst

Slide 10 - Quiz

10:28
Wat is het doorbraakjaar van de klapschaats?
A
1996
B
1995
C
1997

Slide 11 - Quiz

11:22
Je hoort in het fragment
'een poets bakken' wat betekent dit?
A
een lekker koekje maken
B
een grapje maken
C
Ik weet het niet

Slide 12 - Quiz

4

Slide 13 - Video

00:09
Zet je het gezichtsveld tijdelijk uit als je een pirouette draait?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

00:33
Wat is een belangrijke eigenschap bij het kunstschaatsen?
A
Balans
B
Focus
C
Balans en Focus

Slide 15 - Quiz

00:57
Wat maakt de totale score van de atleet
A
Technische uitvoering en interpretatie op muziek
B
Technische uitvoering
C
Interpretatie van de muziek

Slide 16 - Quiz

01:28
Hoe heet de sprong waarin je een rondje maakt en op 1 been landt?
A
een pirouette
B
Een Rittberger
C
een 360

Slide 17 - Quiz