Blok 6 les 5/6 omgaan met verschillen

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 2

PDO

Les 3: omgaan met verschillen

Profielboek Pedagogiek 

Vandaag:

- Terugblik vorige les

- Diversiteit

- Waarden en normen

- Referentiekader
- Verschil jongens/meisjes

Lesdoel: aan het eind van de les kunnen de studenten
                  uitleggen wat een referentiekader is en hoe dit je
                  beeld van situaties kan beïnvloeden. 

Na een heftige gebeurtenis (scheiding, rouw, etc) vervalt een kind in oud gedrag. Het gaat bv. weer duimen. Hoe noemen we dit verschijnsel?

1. parentificatie
2. regressieverschijnsel

Wat kun je in de klas doen wanneer een kind een gezinslid verliest door een overlijden?

Waar of niet waar:
Als ouders van een kind gaan scheiden dan is het belangrijk dat jij als onderwijsassistent partij kiest voor een bepaalde ouder.

1. waar
2. niet waar

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

Diversiteit -> verschillen tussen mensen

Diversiteit in bijv. achtergrond, interesse, behoeftes en geloofsovertuiging.

Hoe houd jij rekening met de verschillen tussen kinderen op stage?

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

Verdrag voor de rechten van het kind

Filmpje

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

Waarden en normen

Waarden: ideeën over wat goed gedrag en minder
                    goed gedrag is.

Normen: regels voor gedrag die vanuit waarden
                  ontstaan. 

‘Niets is zo ongelijk als de gelijke behandeling van ongelijken’

Waar denk jij aan bij het woord 'familiediner'?

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

Hoe komt het dat niet iedereen hetzelfde beeld heeft bij dit woord?

Jouw beeld bouw je op door ervaringen in relatie met mensen om je heen. Deze ervaringen vormen je referentiekader. Komt tot stand door socialisatie.

Kan je referentiekader ook veranderen?

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

Inclusiemodel

Hierbij wordt steeds gezocht naar de obstakels waardoor personen er niet bij horen, om deze vervolgens te helpen oplossen. 

Doel is dat iedereen, ook mensen met een beperking, deel uitmaken van het leven dat we leiden in onze samenleving.

Vroeger werden mensen met beperkingen ‘weggestopt’ in de bossen, nu midden in de samenleving.

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

                                Wat zou jij doen?

                    Wat speelt een rol bij je keuze? 

§ 3.1 Overeenkomsten en verschillen

Verschillen jongens en meisjes

Ga in tweetallen op zoek naar de verschillen tussen jongens en meisjes (boek/internet).
Welke verschillen vind je?

Wat betekenen deze verschillen voor de manier waar op je onderwijs geeft?

Verschillen jongens/meisjes