Leerdoelen H1 Bevolking

Het aantal ouderen op de totale bevolking neemt toe. Welk begrip past hierbij?
1 / 21
next
Slide 1: Open question
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het aantal ouderen op de totale bevolking neemt toe. Welk begrip past hierbij?

Slide 1 - Open question

Verandering van het aantal inwoners in een gebied door migratie. Welk begrip hoort hierbij?

Slide 2 - Open question

Leg het volgende begrip uit; Bevolkingsspreiding

Slide 3 - Open question

In de 17e eeuw trokken veel Europese kolonisten naar Amerika om daar een nieuw leven op te bouwen. Daarbij werden de oorspronkelijke bewoners, de indianen vaak verjaagd. Deze kolonisten kun je (gezien vanuit Amerika) het beste omschrijven als:
A
Asielzoekers
B
Arbeidsmigranten
C
Emigranten
D
Immigranten

Slide 4 - Quiz

De oppervlakte van Canada is 250 keer zo groot als de oppervlakte van Nederland. Canada heeft 2 keer zoveel inwoners als Nederland.
Hoeveel keer groter is de bevolkingsdichtheid van Nederland vergeleken met Canada?

Slide 5 - Open question


Slide 6 - Open question

Wat is wereldwijd de belangrijkste pushfactor waardoor migratiestromen op gang komen?
A
Economische redenen
B
Politieke redenen
C
Natuurlijke redenen
D
Sociale redenen

Slide 7 - Quiz

De bevolkingsdichtheid in Nederland is hoog in vergelijking met veel andere landen.
Wat is hiervoor een belangrijke oorzaak?
A
Nederland heeft veel steden
B
Nederland is een klein land
C
Nederland is vlak en ligt aan de kust
D
Er is veel werk in Nederland

Slide 8 - Quiz

Noem twee natuurlijke barrières die migranten uit midden Afrika tegen komen wanneer ze naar Europa trekken

Slide 9 - Open question

Landen met een lage welvaart hebben een hoger / lager geboortecijfer dan landen met een hogere welvaart. Als de welvaart toeneemt, wordt het geboorteoverschot groter / kleiner.
A
Hoger/groter
B
Hoger/kleiner
C
Lager/groter
D
Lager/kleiner

Slide 10 - Quiz

De volgende vragen gaan over Djengolië. Daar is het geboortecijfer 8 promille en het sterftecijfer 11 promille. In het land wonen op 1 januari 2017 3 miljoen mensen.

Slide 11 - Open question

In welke fase van het transitiemodel bevindt Djengolië zich?
A
Fase 1
B
Fase 3
C
Fase 5
D
Fase 4

Slide 12 - Quiz

Bereken de natuurlijke bevolkingsgroei van Djengolië als absoluut getal (dus als echt getal) in 2017.

Slide 13 - Open question

Het migratiesaldo van Djengolië is 10.000. Is er in Djengolië in 2017 sprake van bevolkingskrimp of van bevolkingsgroei?
A
Bevolkingskrimp
B
Bevolkingsgroei

Slide 14 - Quiz

Met hoeveel personen groeit of krimpt de bevolking in Djengolië in 2017?
A
9000
B
10000
C
100
D
1000

Slide 15 - Quiz

Welke migrant van de buiten de Europese Unie heeft de meeste kans op het verkrijgen van een verblijfsvergunning in Nederland: een arbeidsmigrant of een vluchteling? Leg je antwoord uit!

Slide 16 - Open question

Welke sociaal-culturele pullfactor hebben de migratiestroom van Suriname naar Nederland en de migratiestroom van buurlanden rondom Rusland naar Rusland gemeenschappelijk?
A
Geld
B
Taal
C
Familie
D
Normen en waarde

Slide 17 - Quiz

Wat is het belangrijkste type pushfactor voor de migratiestromen binnen de Europese Unie?
A
Politiek
B
Economisch
C
Natuurlijk
D
Sociaal

Slide 18 - Quiz

In landen waar de welvaart toeneemt neemt het sterftecijfer af. Toch zal na verloop van tijd het sterftecijfer in deze landen weer gaan stijgen. Leg dit uit.

Slide 19 - Open question

Geef bij elk bevolkingsdiagram aan welk woord/ welke woorden er het beste bij past/passen. Maak de juiste combinaties.

piramide/laag geboorte- en sterftecijfer/
urn /sterfteoverschot/ toren/periferieland


Slide 20 - Open question

Welke kenmerken van een gebied heb je nodig om de sociale bevolkingsgroei in dat gebied te kunnen berekenen?
A
Geboorte en sterftecijfers
B
Cijfers over basisbehoeftes
C
Emigratie-immigratie
D
HDI index

Slide 21 - Quiz