Chemie: Moleculaire stoffen, Metalen en Zouten

Chemie: Moleculaire stoffen, Metalen en Zouten
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chemie: Moleculaire stoffen, Metalen en Zouten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de verschillen en overeenkomsten tussen moleculaire stoffen, metalen en zouten uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je de eigenschappen van metaal- en niet-metaalatomen beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over moleculaire stoffen, metalen en zouten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van moleculaire stoffen
  • Bestaan uit moleculen
  • Voorbeelden: water, zuurstof, suiker
  • Lage smeltpunten en kookpunten
  • Meestal geen elektrische geleiding

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van metalen
  • Bestaan uit metaalatomen
  • Voorbeelden: ijzer, koper, goud
  • Hoge smeltpunten en kookpunten
  • Goede geleiders van warmte en elektriciteit
  • Ductiel (kunnen worden uitgerekt) en kneedbaar

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen van zouten
  • Bestaan uit positieve en negatieve ionen
  • Voorbeelden: natriumchloride, calciumcarbonaat
  • Hoge smeltpunten en kookpunten
  • Vaste stoffen, kristallijn van structuur
  • Meestal oplosbaar in water

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verschillen tussen metaal- en niet-metaalatomen
  • Metaalatomen zijn kenmerkend voor metalen
  • Niet-metaalatomen zijn kenmerkend voor niet-metalen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Definities
  • Moleculaire stoffen: stoffen die bestaan uit moleculen
  • Metalen: stoffen die uit metaalatomen bestaan
  • Zouten: stoffen die bestaan uit positieve en negatieve ionen
  • Metaalatomen: atomen die kenmerkend zijn voor metalen
  • Niet-metaalatomen: atomen die kenmerkend zijn voor niet-metalen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.