Het oude Egypte
Wanneer was de tijd van het oude Egypte
A
3500 voor Christus
B
4000 voor Christus
C
3300 voor Christus
D
3000 voor Christus
1 / 15
Items in this lesson
Wanneer was de tijd van het oude Egypte
A
3500 voor Christus
B
4000 voor Christus
C
3300 voor Christus
D
3000 voor Christus
Slide 1 - Quiz
Hoe vervoerde de Egyptenaren de zware stenen?
A
Door een hijskraan
B
Door een houten slee met touwen
C
Door gewoon te tillen
D
Door trekwagens
Slide 2 - Quiz
Wat dachten de Egyptenaren dat er met je gebeurde als je dood ging?
A
De Egyptenaren geloofde dat er niks gebeurde.
B
De Egyptenaren geloofden in leven na de dood.
C
De Egyptenaren geloofde dat je slaaf werd als je dood ging.
D
De Egyptenaren geloofde dat je terug op aarde kwam.
Slide 3 - Quiz
Noem een bekende Farao
Slide 4 - Open question
Wat is een bekende rivier in Egypte?
A
De oost
B
De wijl
C
De Nijl
D
De West
Slide 5 - Quiz
Welk beroep hadden de meeste Egyptenaren?
A
Boer
B
Visser
C
Houthakker
D
Timmerman
Slide 6 - Quiz
Hoe noem je deze tekens?
A
Wiërogliefen
B
Monogliefen
C
Ziërogliefen
D
Hiërogliefen
Slide 7 - Quiz
Een piramide was:
A
Een tempel voor een god.
B
Het paleis van de farao.
C
Het graf van de farao.
D
Een kunstwerk.
Slide 8 - Quiz
De Egyptenaren geloofden maar in één god.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Egypte
Slide 10 - Mind map
Alleen farao's werden gemummificeerd.
A
Waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Was het makkelijk om het graf te vinden in de piramiden?
A
Ja, er is een gang die er meteen heen gaat.
B
Nee, er zijn allemaal fop weggetjes.
C
Ja, er wordt met bordjes aangegeven waar hij/zij ligt.
D
Nee want in een piramiden ligt geen graf.
