Oefenen vocabulario P7

El vocabulario
In de opdrachten van vocabulario van de toets moet je woorden in het Spaans kunnen herkennen en vertalen. Met deze lessonup kan je daarvoor oefenen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

El vocabulario
In de opdrachten van vocabulario van de toets moet je woorden in het Spaans kunnen herkennen en vertalen. Met deze lessonup kan je daarvoor oefenen.

Slide 1 - Slide

Schrijf de maanden in het Spaans.

Slide 2 - Mind map

Schrijf de dagen van de week in het Spaans.

Slide 3 - Mind map

Schrijf de vertaling voor zomer, lente, herfst en winter.

Slide 4 - Mind map

Welke lijst hort niet bij "el transporte"?
A
el metro, el avión, el bus
B
la bicicleta, el barco, el coche
C
el avión, el barco, la bicicleta
D
viajar, comer, bailar

Slide 5 - Quiz

hacel calor
está nublado
hacel sol
LLOVER
hace veinto
NEVAR
hace frío
regenen
het waait
het is bewolkt
sneeuwen
de zon schijnt
het is koud
het is warm

Slide 6 - Drag question

La playa tiene mucha...
A
arena
B
volcán
C
pescar
D
descansar

Slide 7 - Quiz

Tú _______ vas en bicicleta al colegio.
A
nunca
B
siempre
C
ayer
D
la semana pasada

Slide 8 - Quiz

Wat is hij aan het doen?
A
bailar
B
pegar
C
pescar
D
naturaleza

Slide 9 - Quiz

Ga ook ofenen met quizlet, maak lijsten van woorden die je per dag gaat leren en vraag iemand om jou te overhoren. 

Buena suerte en el kennisproef! Succes bij de kennisproef!

Slide 10 - Slide