Engels Vooraf Thema 5 les 3

1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vorige les
Wanneer gebruik je a of an in een zin?
En uitspraak van woorden
als je ziek bent

Slide 2 - Slide

Wat betekenen de volgende woorden

Slide 3 - Slide


Back

Slide 4 - Open question

Ear

Slide 5 - Open question

Ambulance

Slide 6 - Open question

Leg

Slide 7 - Open question

Hoe schrijf je.......

Slide 8 - Slide

tijd
A
tiem
B
time
C
tym
D
timm

Slide 9 - Quiz

denk
A
tink
B
tinke
C
think
D
thinke

Slide 10 - Quiz

koorts
A
fiver
B
viver
C
fiever
D
fever

Slide 11 - Quiz

tandarts
A
dentist
B
denttist
C
teetharts
D
teethist

Slide 12 - Quiz

afwas
A
tissue
B
dirty
C
dishes
D
diseas

Slide 13 - Quiz

vandaag
A
tooday
B
today
C
tuesday
D
now

Slide 14 - Quiz

bellen
A
phone up
B
phone
C
callers
D
call

Slide 15 - Quiz

tandenborstel
A
teethbrush
B
toothbrush
C
tandenbrush
D
brush

Slide 16 - Quiz

opschieten
A
hury up
B
quick up
C
quick
D
hurry up

Slide 17 - Quiz

hoe schrijf je afspraak in het engels?

Slide 18 - Open question

Hoe schrijf je in het Engels zere keel

Slide 19 - Open question

Hoe schrijf je in het Engels een ziekenwagen

Slide 20 - Open question

hoe schrijf je in het Engels niks doet zeer

Slide 21 - Open question

hoe schrijf je in het Engels gebroken arm

Slide 22 - Open question