Max Verstappen woordenschat

Nieuwsbegrip week 49 - Max Verstappen
7-12-2021


1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nieuwsbegrip week 49 - Max Verstappen
7-12-2021


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Today's planning:
De planning van vandaag:
  • Leerdoelen
  • Lezen tekst Nieuwsbegrip (in groepjes van 4)
  • Opdracht woordenschat
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Na de les kennen jullie de verschillende manieren om tot de betekenis van moeilijke woorden te komen--> leerdoel vorige les.

2. Na de les kunnen jullie de betekenis van moeilijke woorden vinden in de tekst.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De opdracht
Kies de juiste betekenis

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Chaotisch
A
Tegenstander
B
Ongeordend, rommelig
C
Realiseren, bewijzen
D
Uitkomst, afloop

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De rivaal
A
Tegenstander
B
Zich voordoen, in aantocht zijn
C
Realiseren, bewijzen
D
Uitkomst, afloop

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De ontknoping
A
Van jongs af aan bijgebracht
B
Zich voordoen, in aantocht zijn
C
Realiseren, bewijzen
D
Uitkomst, afloop

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Met de paplepel ingegoten
A
Van jongs af aan bijgebracht
B
Zich voordoen, in aantocht zijn
C
Realiseren, bewijzen
D
Kandidaat stellen, voordragen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het debuut
A
De eerste keer dat iemand iets doet
B
Zich voordoen, in aantocht zijn
C
Realiseren, bewijzen
D
Als, op voorwaarde dat

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Uitzonderlijk
A
De eerste keer dat iemand iets doet
B
Heel bijzonder, weinig voorkomend.
C
Realiseren, bewijzen
D
Kandidaat stellen, voordragen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Zich aandienen
A
Van jongs af aan bijgebracht
B
Uitkomst, afloop
C
Zich voordoen, in aantocht zijn
D
Realiseren, bewijzen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Mits
A
Kandidaat stellen, voordragen
B
Als, op voorwaarde dat
C
Uitkomst, afloop
D
Ongeordend, rommelig

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Nomineren
A
Kandidaat stellen, voordragen
B
Als, op voorwaarde dat
C
Uitkomst, afloop
D
Ongeordend, rommelig

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarmaken
A
Kandidaat stellen, voordragen
B
Tegenstander
C
Uitkomst, afloop
D
Realiseren, bewijzen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Heb ik de lesdoelen behaald?
Ik begrijp de moeilijke woorden?

Chaotisch
De rivaal
De ontknoping
Het is hem met de paplepel ingegoten
Het debuut
Uitzonderlijk
Zich aandienen
Mits
Nomineren
Waarmaken

Slide 15 - Slide


Bespreken van de leerdoelen
Huiswerk
  • Maken opdracht 22 en 23 (online) --> woordenschat hoofdstuk 2
  • Vrijdag 10 december = af
  • VRAGEN?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions