De Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog

De Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog uitleggen.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet je al over de Eerste Wereldoorlog?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat was de Eerste Wereldoorlog?
De Eerste Wereldoorlog was een wereldwijd conflict dat plaatsvond van 1914 tot 1918 en miljoenen mensen het leven kostte.

Slide 4 - Slide

Leg kort uit wat de Eerste Wereldoorlog was en wanneer hij plaatsvond.
Allianties
De allianties van landen in Europa waren een belangrijke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat allianties zijn en hoe ze hebben bijgedragen aan het begin van de oorlog.
Nationalisme
Nationalisme, of het idee dat je eigen land superieur is aan andere landen, was een andere belangrijke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat nationalisme is en hoe het heeft bijgedragen aan het begin van de oorlog.
Imperialisme
Imperialisme, of het idee dat een land macht en invloed moet hebben over andere landen, was een andere belangrijke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 7 - Slide

Leg uit wat imperialisme is en hoe het heeft bijgedragen aan het begin van de oorlog.
Militarisme
Militarisme, of het idee dat een land een sterk leger moet hebben om zichzelf te beschermen en te verdedigen, was een andere belangrijke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat militarisme is en hoe het heeft bijgedragen aan het begin van de oorlog.
De moord op Franz Ferdinand
De moord op aartshertog Franz Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije was de directe aanleiding voor het begin van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 9 - Slide

Leg uit wie Franz Ferdinand was en waarom zijn moord heeft geleid tot het begin van de oorlog.
Verbonden
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië vormden de Centralen, terwijl Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Rusland de Geallieerden vormden.

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen de landen opnoemen die de Centralen en Geallieerden vormden en leg uit wie er aan welke kant stonden.
De loopgravenoorlog
De Eerste Wereldoorlog werd grotendeels uitgevochten in loopgraven, waar soldaten maanden of zelfs jarenlang vastzaten in vreselijke omstandigheden.

Slide 11 - Slide

Leg uit wat de loopgravenoorlog was en hoe het was om in de loopgraven te vechten.
Wapens
Nieuwe wapens, zoals machinegeweren, gifgas en tanks, maakten de Eerste Wereldoorlog veel dodelijker dan eerdere oorlogen.

Slide 12 - Slide

Beschrijf de nieuwe wapens die werden gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog en hoe ze het conflict hebben veranderd.
Het einde van de oorlog
De Eerste Wereldoorlog eindigde op 11 november 1918, toen de Centralen zich overgaven aan de Geallieerden.

Slide 13 - Slide

Leg uit hoe de oorlog eindigde en welke landen de oorlog wonnen.
Samenvatting
De Eerste Wereldoorlog werd veroorzaakt door allianties, nationalisme, imperialisme, militarisme en de moord op Franz Ferdinand. Het was een wereldwijd conflict dat miljoenen levens heeft gekost en de wereld voor altijd heeft veranderd.

Slide 14 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen die de leerlingen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.