Wereldoriëntatie 5/6 - Ik wil meer weten! - Kinderrechten


Ik wil meer weten!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Introduction

Digibordles

Items in this lesson


Ik wil meer weten!

Slide 1 - Slide

Ik weet dat er kinderrechten bestaan.
Ik kan uitleggen waarom er kinderrechten bestaan.
Ik kan een paar voorbeelden van kinderrechten opnoemen.
Ik maak een schema van de kinderrechten die genoemd worden in het artikel.

Slide 2 - Slide

Bekijk de tekst, maar lees 'm nog niet!
Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?

Slide 3 - Slide

Wat weet je er al van?






Ik weet er al
veel van.
Ik weet er al
een beetje van.
Ik weet er nog weinig van.
Ga op je stoel staan.
Ga naast je stoel staan.
Blijf zitten.

Slide 4 - Slide

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 5 - Slide

Woordenschat:
kinderrechten, heeft recht op (recht hebben op), Kinderrechtenverdrag, opgesteld (opstellen), ondertekend (onder-tekenen), vastgelegd (vastleggen), artikelen, licht uit (uitlichten), kans, ruim, 90% (90 procent), volwassenen, leerkrachten, baan, werelddelen, Afrika, Sahara, zogenaamde, regeringen, hulporganisaties, openbare, ideaal, overvol, schoolgeld, voorzieningen, privéscholen, geregeld (regelen).

De leerkracht doet het voor.

Slide 6 - Slide

We maken ons eigen bloemschema!
Recht op onderwijs
belangrijk voor toekomst

Slide 7 - Slide

We bekijken op de wereldkaart de landen in Afrika onder de Sahara, Verenigde Staten, Rwanda,  Bangladesh en Mexico.
Landen in Afrika onder de Sahara
Verenigde Staten
Rwanda
Mexico
Bangladesh

Slide 8 - Slide

Woordenschat:
lang niet, een van de, opgroeien, tenzij, belang, verantwoor-delijkheid, verzorging, opvoeding.
We doen het samen.
Recht op onderwijs
belangrijk voor toekomst.
Recht op sport en spel
Voor ons normaal, maar niet ieder kind kan of mag dit
Recht op familie
Opgroeien bij ouders, tenzij dat niet in belang kind is

Slide 9 - Slide

Tekstgerichte vragen:
Het begin van de inleiding vat alle kinderrechten in één belangrijke zin samen. Schrijf die zin op.
Waarom wordt ieder jaar op 20 november de Dag van de Rechten van het Kind gevierd?
Kan je het ‘Recht op een eigen mening' toelichten?

Waarom is het belangrijk dat kinderarbeid verboden wordt?
Teken een nieuw poppetje in het schema en verzin er een nieuw kinderrecht bij.
Maak het bloemschema met je maatje af. Maak daarna de tekstgerichte vragen hiernaast!

Slide 10 - Slide

Toetsvraag:
Wat moet er op de plaats van het kruisje komen te staan?







A) X = eigen familie
B) X = eigen geloof
C) X = eigen mening
D) X = eigen vrienden


Recht op een eigen identiteit
Eigen naam
Eigen nationaliteit
X

Slide 11 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
Klopte ons idee over het doel van de schrijver?
Bespreek de antwoorden op de tekstgerichte vragen en de toetsvraag.

Slide 12 - Slide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Slide 13 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 14 - Slide