https://www.youtube.com/watch?v=ysEvyUyF0cs
Het etsproces bestaat ruwweg uit de volgende stappen:
Egaliseren van het oppervlak - Het object dat geëtst gaat worden, wordt eerst gepolijst. Dit polijsten gebeurt met een fijn schuurpapier of een polijstmiddel. De gewenste mate van gladheid is afhankelijk van het te etsen materiaal en het gewenste eindresultaat.
Aanbrengen en bewerken van een etsgrond (indien van toepassing) - Wanneer het etsen bedoeld is om een voorgedefinieerd patroon te etsen, zoals bij het maken van een etstekening of bij het ontwerpen van een elektronische schakeling, wordt er een tijdelijke afdeklaag op de gepolijste laag aangebracht. Vervolgens wordt deze afdeklaag verwijderd op die plaatsen waar het onderliggende metaal later weggeëtst moet worden. Voor etsen in het kader van metaalkundig onderzoek gebeurt dit niet.
Blootstelling aan een etsmiddel - Het daadwerkelijke etsen vindt plaats door het te etsen oppervlak in een etsmiddel onder te dompelen. Dit etsmiddel kan een zuur of een zout zijn, afhankelijk van het te etsen materiaal en het gewenste effect. Er ontstaat een chemische reactie tussen het te etsen materiaal het etsmiddel, waardoor het te etsen materiaal lokaal wordt ingebeten. Feitelijk is dit inbijten een gecontroleerde vorm van corrosie. Afhankelijk van het type reactie dat optreedt, kunnen er bij het etsproces giftige dampen vrijkomen. De onderstaande parameters spelen bij het etsen een rol. De gewenste waarde van elk van deze parameters is afhankelijk van het te etsen materiaal en het gewenste eindresultaat.
de duur van het onderdompelen
de temperatuur van het etsmiddel
de concentratie zuur / zout in het etsmiddel
Nabewerking - Na het inbijten wordt de eventuele aangebrachte etsgrond verwijderd, en vindt er desgewenst een nabewerking plaats.