5.1 - Planten bekijken TL1

Thema 5: Planten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 5: Planten

Slide 1 - Slide

In dit hoofdstuk:
5.1 - Planten bekijken
5.2 - Planten groeien
5.3 - Planten voeden zich
5.4 - Voortplanten
5.5 - Samenhang: De aarbeienkwekerij

Slide 2 - Slide

5.1 - Planten bekijken

Slide 3 - Slide

Doelen van de paragraaf:
Je weet uit welke onderdelen een plant bestaat
Je weet uit welke onderdelen een plantencel bestaat
Je kan uitleggen hoe water door de plant stroomt
Je kan uitleggen hoe planten recht overeind blijven staan

Slide 4 - Slide

Delen van de plant
Wortels - opname water
Stengel - vervoer
Blad - bladmoes: voeding
Bloem - voortplanting

Nerven in stengel en bladeren: stevigheid en vervoer

Slide 5 - Slide

Cellen van de plant
Orgaan - weefsel - cel
Celwand - Stevigheid
Celmembraan - Stoffen
Cytoplasma - vloeistof
Celkern - regelt alles
Vacuole - stevigheid
Bladgroenkorrels - maken voedingsstoffen

Slide 6 - Slide

Rechtop staan






Houtcellen - dikke celwand - geen cytoplasma en vacuole

Slide 7 - Slide

Rechtop staan






Kruidachtige planten - vacuole drukt tegen de celwand

Slide 8 - Slide

Transport in de plant
Vaatbundels (groepen buisjes) - vervoeren stoffen
Water - uit de wortels (wortelharen)

Water verdampt via huidmondjes

Slide 9 - Slide

Welk deel van de plant maakt de voedingsstoffen van de plant?
A
Bloem
B
Stengel
C
Bladeren
D
Wortels

Slide 10 - Quiz


Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant.
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 11 - Quiz

Welke soort plant zie je op de afbeelding?
A
Houtachtige plant
B
Kruidachtige plant

Slide 12 - Quiz

Welke plant is stevig door
water in de vacuole?
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 13 - Quiz

De wortelharen nemen water met voedingsstoffen op.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Welke zin is juist?
A
De vaatbundels vervoeren water
B
De vaatbundels vervoeren zuurstof
C
De vaatbundels vervoeren koolstofdioxide

Slide 15 - Quiz

Vaatbundels lopen door de stengel
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Aan het werk
- Bekijk een of meer planten thuis (of in de buurt)
- Maak van 1  houtachtige plant en 1 kruidachtige plant een schematische tekening (zie hoofdstuk 1)
- Zet de namen van de onderdelen die je geleerd hebt er bij
- Maak ook een tekening van een blad van 1 plant en zoek daarbij de huidmondjes en nerven (onderkant)
- Teken ook 1 plantencel (natekenen vanuit het boek)


Slide 17 - Slide