4.2 grote getallen - van cijfer naar woord

• Wiskunde
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten

Wiskunde

Blok 2

Donderdag 23 januari 2025

Check in

- Wie is er wel en wie niet

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen 

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- Luister je stil naar de instructie

- Werken we netjes en serieus

- Hebben we respect voor elkaar

- Mag je vragen stellen en fouten maken

Wat gaan we doen?

- Terugblik

- Instructie

- Aan de slag

- Afsluiten

Terugblik 

Schrijf de volgende getallen in cijfers op;

1,3 miljoen

3,34 miljoen

5,6 miljard

8,83 miljard

Voorkennis

Welke getallen staan hier?

3.500.000

2.625.000

3.900.000.000

4.798.000.000

Doelen van deze les

Ik kan

- grote getallen met alleen cijfers schrijven (3.400.000)

- grote getallen in cijfers en woorden schrijven (3,4 miljoen)

Instructie

1.300.000

6.400.000.000

8.354.000

9.326.000.000

Hoe spreek je de getallen uit?

Instructie

1.300.000

Het eerste getal is miljoen

Ik haal de nullen weg ----> 1.3

Ik maak van de . een , -----> 1,3

Ik schrijf op dat het om miljoen gaat ----- 1,3 miljoen

Instructie

2.350.000

Het eerste getal is miljoen

Ik haal de nullen weg ----> 2.35

Ik maak van de . een , -----> 2,35

Ik schrijf op dat het om miljoen gaat ----- 2,35 miljoen

Instructie

3.400.000.000

Het eerste getal is miljard

Ik haal de nullen weg ----> 3.4

Ik maak van de . een , -----> 3,4

Ik schrijf op dat het om miljoen gaat -----> 3,4 miljard

Instructie

3.480.000.000

Het eerste getal is miljard

Ik haal de nullen weg ----> 3.48

Ik maak van de . een , -----> 3,48

Ik schrijf op dat het om miljoen gaat -----> 3,48 miljard

Oefenen

Maak de opdrachten op het werkblad.

Je werkt alleen!

Aan de slag!

blz. 182 - opdr. 39

blz. 183 - opdr. 41 en 42

Klaar?

nieuwsbegrip online

- andere tekstsoort

- woordenschat

Afsluiting

- We kijken het werk met elkaar na.

- Hoe heb jij de opdrachten gemaakt?

- Heb jij netjes gewerkt en goed nagekeken?