Fictie par. 1-2

Fictie par. 1-2
Lesdoel: na deze les ben je goed voorbereid op het onderdeel fictie in de toets van morgen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Fictie par. 1-2
Lesdoel: na deze les ben je goed voorbereid op het onderdeel fictie in de toets van morgen.

Slide 1 - Slide

Opdracht: beantwoord de vragen over de (voorgelezen) tekst.
1. Is dit fragment fictie of non-fictie? Leg je antwoord uit.
2. Wie is de hoofdpersoon? Leg je antwoord uit.
3. Hoe zou je het karakter van de hoofdpersoon omschrijven?
4. Zijn er ook bijfiguren? Zo ja, wie? Zo nee, door naar 6.
5. Is deze bijfiguur een medespeler of figurant?
6. Vanuit welk perspectief is deze tekst geschreven?
7. Met welk woord zou je dit fragment omschrijven? Kies uit: stoer, spannend, emotioneel, saai, avontuurlijk.

Slide 2 - Slide

1. Is dit fragment fictie of non-fictie? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open question

2. Wie is de hoofdpersoon? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Open question

3. Hoe zou je het karakter van de hoofdpersoon omschrijven?

Slide 5 - Open question

4. Zijn er ook bijfiguren? Zo ja, wie? (Zo nee, ga door naar vraag 6.)

Slide 6 - Open question

5. Is deze bijfiguur een medespeler of figurant? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open question

6. Vanuit welk perspectief is deze tekst geschreven?

Slide 8 - Open question

7. Met welk woord zou je dit fragment omschrijven? Kies uit: stoer, spannend, emotioneel, saai, avontuurlijk.

Slide 9 - Open question

Ben je klaar voor het onderdeel fictie in de toets?
A
Ja, kom maar op!
B
Nee, ik heb nog uitleg nodig over... (zie hierna)
C
Nee, ik moet zelf nog beter leren.

Slide 10 - Quiz

Als je net hebt aangegeven dat je hulp nodig hebt, waarbij dan?

Slide 11 - Open question

Veel succes morgen!

Slide 12 - Slide