Ruilen over tijd paragraaf 1.2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom H4!

Les 2 boekje ruilen over tijd

PO feedback

Planning van vandaag

1. Start les: Huiswerk werkwijze

2. Leerdoelen 1.1  check 

3.  Veel uitleg 1.2 + leerdoelen check

4. Tijd voor huiswerk

1.1 Wanneer heb je geld nodig?​

1. Je kunt de samenhang tussen inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode en vermogen en schulden op een bepaald moment toepassen op verschillende levensfasen waarin gezinnen zich bevinden.

2. Je kunt de begrippen sparen en lenen en de rente die daarbij hoort

uiteenzetten in het kader van intertemporele ruil.

3. Je kunt de levensloop van gezinnen uiteenzetten en toelichten waarom 

gezinnen sparen, in zichzelf investeren en/of een schuld opbouwen.

1.2 Sparen of lenen?​

1. Je kunt uitleggen hoe het risico en de rente van leningen met elkaar samenhangen.

2. Je kunt met voorbeelden de verschillende spaarmotieven uitleggen 

3. Je kunt de financiële gevolgen van sparen berekenen.

4. Je kunt aangeven hoe rente, inflatie, de conjuncturele situatie en het consumentenvertrouwen met elkaar samenhangen en doorwerken 

op de keuzes voor sparen en lenen.

5. Je kunt met voorbeelden de verschillende leenmotieven uitleggen 

6. Je kunt de financiële gevolgen van lenen berekenen.

7. Je kunt de algemene prijs van tijd koppelen aan de individuele prijs van tijd.

Spaarmotieven

Doelmotief

Zekerheidsmotief

Vermogensmotief

Leenmotieven

Om tegenslagen op te vangen​

​

Om duurzame consumptiegoederen te kopen​

​

Om een tijdelijk tekort op te vangen

Hypotheek

Lening met ontroerend goed als onderpand

Huis/boot= onderpand--> minder risico voor de bank

Consumptief krediet

- Persoonlijke lening

-Rood staan

- Koop op afbetaling

"Tijd is geld"

Bereken de kredietkosten

Kredietkosten = (aantal termijnen × termijnbedrag) – lening 

Myra leent €1500 om een scooter te kopen. Ze betaald terug in maandelijkse termijnen van €27,- met een duur van 5 jaar. 

5 jaar x 12 maanden = 60 maanden

60 x €27 = €1620

€1620-€1500 = €120 kredietkosten

Risico lenen en sparen

Hoog risico voor geldgever? --> Hoge rente 

Sparen --> inflatie ↑ --> koopkracht spaargeld ↓

Lenen -->  inflatie ↑ --> relatieve kosten lenen ↓

​

Risicopremie

Het is de premie voor een risicodekking

Als het risico op niet terugbetalen groot is zal de geldgever een grotere risicopremie eisen.

Consumentenvertrouwen

Het vertrouwen dat consumenten hebben in de economie.

Consumentenvertrouwen ↑ leningen ↑ rente ↑​​

Consumentenvertrouwen ↓ leningen ↓ rente ↓​

1.2 Sparen of lenen?​

1. Je kunt uitleggen hoe het risico en de rente van leningen met elkaar samenhangen.

2. Je kunt met voorbeelden de verschillende spaarmotieven uitleggen 

3. Je kunt de financiële gevolgen van sparen berekenen.

4. Je kunt aangeven hoe rente, inflatie, de conjuncturele situatie en het consumentenvertrouwen met elkaar samenhangen en doorwerken 

op de keuzes voor sparen en lenen.

5. Je kunt met voorbeelden de verschillende leenmotieven uitleggen 

6. Je kunt de financiële gevolgen van lenen berekenen.

7. Je kunt de algemene prijs van tijd koppelen aan de individuele prijs van tijd.

Aan de slag!

• Wat: opdrachten: (paragraaf 1.1: 2,4,6,7,9 en 11 )

Paragraaf 1.2: 12,13,14,15,18,22,24 SKIP 16,17,19,20,21,23,25

• Met wie: In duo's op rustig geluidsniveau  

• Doel: Behalen van de leerdoelen paragraaf 1.1 en 1.2

• Klaar?: Ga je werken aan een ander vak.