A WI TC 4.2 en 4.3 en evt 4.4



Welkom!

Maandag
8 november
2021
Zij rookt een sigaar
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson



Welkom!

Maandag
8 november
2021
Zij rookt een sigaar

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Dictee van 3.12
  • Hebben jullie vragen over 4.1?
  • 4.2 Ik kom, wij komen - ik ga, wij gaan  uitleg grammatica en oefenen. Quiz via Lessonup.
  • Uitleg: hoe leer je woorden met Quizlet
  • 4.3 Ontbijt, lunch en avondeten
  • Luisteroefening en spreekoefening

Slide 2 - Slide

Dictee over 3.12

Slide 3 - Slide

komen
Ik kom op het feest.
Jij komt op het feest.
Kom jij op het feest?
komt op het feest.
Hij/Zij komt op het feest.
Wij komen op het feest.
Jullie komen op het feest.
Zij/Ze komen op het feest.
gaan
ik ga naar huis
Jij  gaat naar huis
Ga jij naar huis?
U gaat naar huis
Hij/Zij gaat naar huis
Wij gaan naar huis
Jullie gaan naar huis
Zij/Ze gaan naar huis

Slide 4 - Slide

Het werkwoord staan gaat hetzelfde
Ik sta buiten.
Jij staat buiten
Sta jij buiten?
U staat buiten.
Hij/Zij staat buiten
Wij
Het werkwoord staan gaat hetzelfde:

Ik sta buiten.
Jij staat buiten.
Sta jij buiten?
U staat buiten.
Hij/Zij staat buiten.
Wij staan buiten.
Jullie staan buiten.
Zij/Ze staan buiten.

Slide 5 - Slide

1. Ik ............. morgen naar mijn Oma
(gaan)
A
gaat
B
ga
C
gaan

Slide 6 - Quiz

2. Hij ............. elke dag naar school
(gaan)
A
gaan
B
ga
C
gaat

Slide 7 - Quiz

3. Wij ........ uit Meppel.
(komen)
A
kom
B
komt
C
komen

Slide 8 - Quiz

4. ............. jij morgen op mijn feest?
(komen)
A
Komt
B
Komen
C
Kom

Slide 9 - Quiz

5. Ik ............... te wachten in de regen.
(staan)
A
staan
B
sta
C
staat

Slide 10 - Quiz

6. Jij ............ hier al een uur, of niet?
(staan)

Slide 11 - Open question

7. Wanneer .......... jullie koffie drinken?
(komen)

Slide 12 - Open question

8. Zij .......... naar het concert van die zanger. (gaan)

Slide 13 - Open question

9. Hij ............. vaak in dit park
(komen)

Slide 14 - Open question

10. Mijn fiets ......... in de schuur.
(staan)

Slide 15 - Open question

11. Wij ........ met de trein naar Zwolle.
(gaan)

Slide 16 - Open question

12. Morgen ........ ik met de auto.
(gaan)

Slide 17 - Open question

Hoe kun je woorden oefenen?
Typ in Google deze link in:
https://quizlet.com/join/gVE3n4yZ4

Klik aan: Gratis aanmelden.
Vul je gegevens in  
 daarna klik aan:  aanmelden 
Klik aan: Verzoek om tot de klas toe te treden

Slide 18 - Slide

4.3 Ontbijt, lunch en avondeten
in de ochtend  ->  's ochtends                                  het ontbijt
in de morgen   ->  's morgens

in de middag   ->  's middags                                    de lunch

in de avond      ->  's avonds                                        het avondeten
in de nacht       ->  's nachts

Slide 19 - Slide

Maak nu

Opdr. 18 - 19 - 20
samen: 21
Opdr. 22 - 23
samen spreken: 24

Slide 20 - Slide

luisteren

Slide 21 - Slide

Vragen over de luistertekst
  • Wat gaat Maya vanavond eten
  • Waarom maakt ze dat?
  • Waar gaat de andere vrouw vanavond eten?
  • Waar hoopt ze op voor het avondeten? 

Slide 22 - Slide

Spreekoefening: 2 cursisten

Wat eet jij graag?

- Als ontbijt? Wat drink je erbij?
- Als lunch? En wat drink je dan?
- Als avondeten? En drink je dan ook wat?

Schrijf op wat je mede-cursist eet en drinkt. 
Vertel het aan de rest van de groep

Slide 23 - Slide

zinnen
maken

Slide 24 - Slide

4.4 Soep koken

Slide 25 - Slide

Maak de opdrachten

27 en 28 en 29

Slide 26 - Slide

Huiswerk voor woensdag

4.2 , 4.3 en 4.4 opdrachten in boek + computer
dictee 4.1 -> leren!

Slide 27 - Slide


Jullie hebben hard gewerkt!

Dankjewel!

Tot donderdag!

Slide 28 - Slide