Klas 1BK1 - Lesweek 10 - Les 1

Achtung!
Mobieltjes en oortjes in je tas 
(niet in je zak).
Je gaat op je eigen plaats zitten.

Op tafel ligt.
nog even niets.



1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Achtung!
Mobieltjes en oortjes in je tas 
(niet in je zak).
Je gaat op je eigen plaats zitten.

Op tafel ligt.
nog even niets.



Slide 1 - Slide

Afspraken 1BK1

Respect voor elkaar.

Dat het leuk is.

Dat er goed wordt gewerkt.




Regels
- Gedraag je fatsoenlijk.
- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.
- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.
- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Slide 2 - Slide

Was macht ihr Heute?
• Toets nakijken
• Het werkwoord “sein” herhalen
• Hausaufgaben machen

Slide 3 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr Heute?
- Je leert wat je goed hebt gedaan met het leren voor de toets en wat je een volgende keer anders / beter kunt doen.
- Je leert het werkwoord zijn (sein) in het Duits.

Slide 4 - Slide

Toets nakijken 
• Op jouw tafel ligt alleen jouw toets
• Tel eerst het aantal punten kijk of dat klopt met het aantal punten dat voor op de toets staat.
• We kijken de toets samen na.
• Ik typ de goede antwoorden en jij kijkt wat er goed / fout ging
• Heb je een vraag? Steek even je vinger op.
• Na afloop -> toets op mijn bureau leggen “bitte”.

Slide 5 - Slide

Was weißt du schon? 
ik ben
wij zijn
jij bent
jullie zijn
hij / Peter is
zij / Hans und Sandra zijn
zij / Maria is
u bent
het is

Slide 6 - Slide

Hausaufgaben kontrollieren

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben kontrollieren
Nakijken met een andere kleur pen.
De antwoorden komen op het digibord.
Let vooral op de hoofdletters.
Je hebt ongeveer 5 minuten de tijd.
Je mag zachtjes met elkaar overleggen.

Klaar? Maak Aufgabe 15 (Seite 19) 

Slide 8 - Slide

die Antworten (de antwoorden)

Slide 9 - Slide

Hausaufgaben machen

Slide 10 - Slide

Donnerstag
23. November

Toetsje
Kapitel 1

persoonlijke voornaamwoorden 
(ich, etc)

werkwoord "sein"

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide