1 vwo - chapitre 3 - herhalen avoir + bron C

PROGRAMME
  • Absentie
  • Phrases-clés
  • herhaling: bron C werkwoord avoir
  • Les nombres
  • Huiswerk
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

PROGRAMME
  • Absentie
  • Phrases-clés
  • herhaling: bron C werkwoord avoir
  • Les nombres
  • Huiswerk

Slide 1 - Slide

C'est quand ton anniversaire?

Slide 2 - Open question

Tu vas avoir quel âge?

Slide 3 - Open question

Tu as un frère?

Slide 4 - Open question

Wat betekent:
''Qu'est-ce que c'est?''

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

j'ai = ik heb
AVOIR = HEBBEN
J'ai
tu as
il/elle a
on a
nous avons
vous avez
ils ont
ik heb
jij hebt
hij/zij heeft
wij hebben
wij hebben
jullie hebben/U heeft
zij hebben

Slide 7 - Slide

j'ai = ik heb
AVOIR = HEBBEN
Soms staan er in plaats van persoonlijke voornaamwoorden, namen. Die kun je vervangen door il / elle.

Marc a un frère.
Lisa a deux chiens.

Slide 8 - Slide

j'ai = ik heb
AVOIR = HEBBEN
Wanneer er twee namen staan, kun je die vervangen door ils/elles.

Marc et Lisa ont deux chiens.
Mes parents ont trois enfants.

Slide 9 - Slide

Nous ...
A
avez
B
ont
C
avons
D
as

Slide 10 - Quiz

Ils ...
A
avez
B
ont
C
avons
D
as

Slide 11 - Quiz

Vous ...
A
avez
B
ont
C
avons
D
as

Slide 12 - Quiz

Tu ...
A
a
B
ai
C
avons
D
as

Slide 13 - Quiz

J' ...

A
a
B
ai
C
avons
D
as

Slide 14 - Quiz

Ahmed ... un frère
A
a
B
ai
C
avons
D
as

Slide 15 - Quiz

Lisa et Marc ... deux chiens.
A
a
B
ai
C
ont
D
as

Slide 16 - Quiz

Schrijf het rijtje van avoir op.
j' - tu - il/elle/on - nous - vous - ils/elles

Slide 17 - Open question

Luister naar de woorden en schrijf ze op. Denk aan de spelling en of je 'f' of 'v' hoort!
16b

Slide 18 - Open question

DE TIENTALLEN
Sleep blauw naar rood.
timer
1:00
10
20
30
40
50
60
Cinquante
soixante
dix
vingt
trente
quarante

Slide 19 - Drag question

Huiswerk - Les devoirs
Maken: bron C opdracht 13e, 14, 15 page 102-104
Leren: vocabulaire A bladzijde 128 + het werkwoord avoir


Slide 20 - Slide

31
A
trente-un
B
trente et un

Slide 21 - Quiz

64
A
six-quatre
B
soixante-quatre

Slide 22 - Quiz

quarante-huit
A
24
B
48
C
18
D
14

Slide 23 - Quiz

vingt-neuf

Slide 24 - Open question

soixante-six

Slide 25 - Open question

trente-deux

Slide 26 - Open question

vingt-six

Slide 27 - Open question

dix-huit

Slide 28 - Open question

Vertaal naar het Frans
22

Slide 29 - Open question

Vertaal naar het Frans
14

Slide 30 - Open question

Vertaal naar het Frans
7

Slide 31 - Open question

Vertaal naar het Frans
19

Slide 32 - Open question

Vertaal naar het Frans
35

Slide 33 - Open question