Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Welkom!

Doe je telefoon weg,

jas en oortjes uit,

pak je spullen op tafel....

dan kunnen we beginnen.

Wat gaan we doen deze les?

Spelling: voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

• Uitleg + opdracht klassikaal
• Opdrachten van vanochtend (huiswerk) afmaken

Aan het einde van de les: kun je voltooid deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord correct spellen.

Wat was ook alweer een voltooid deelwoord?

Wat was ook alweer een bijvoeglijk naamwoord?

Bijvoeglijk naamwoord

Bij een zelfstandig naamwoord kan een bijvoeglijk naamwoord horen. De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte en een lange vorm.

Gebruik de korte vorm:

• als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat;
• bij het-woorden waar je een voor zet.

modern	het kapsel is modern	het modern e kapsel
scherp	de uitlaat is kapot	de kapot t e uitlaat
duur	het cadeau is duur	het d u r e cadeau
waardeloos	de uitzending is waardeloos	de waardel oz e uitzending
gaaf	het gebit is gaaf	het g av e gebit

Werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt waarvan iets gemaakt is.

Veel stoffen eindigen op -en:
een houten snijplank, het ijzeren hek

Moderne stoffen krijgen meestal geen -en:

een polyester sportbroek, een nylon panty

Opdracht

Op de volgende slide staan tien zinnen.

Kies het juiste woord of schrijf de juiste 

vorm van het woord tussen haakjes.

Je maakt de opdracht alleen en je hebt 4 minuten de tijd.

1	Woon jij in dat hoog / hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend / vervelende bericht.
3	Dat klein / kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas / Indiase gerecht.
5	Mijn tante vroeg een ............... (hout) bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

Antwoorden

1	Woon jij in dat hoog / hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend / vervelende bericht.
3	Dat klein / kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas / Indiase gerecht.
5	Mijn tante vroeg een ............... (hout) bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend / vervelende bericht.
3	Dat klein / kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas / Indiase gerecht.
5	Mijn tante vroeg een ............... (hout) bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat klein / kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas / Indiase gerecht.
5	Mijn tante vroeg een ............... (hout) bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas / Indiase gerecht.
5	Mijn tante vroeg een ............... (hout) bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een ............... (hout) bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een houten bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de ............... (glas) waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een houten bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de glazen waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle ............... (verzenden) mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een houten bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de glazen waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle verzonden mailtjes.
8	............... (kopen) artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een houten bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de glazen waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle verzonden mailtjes.
8	Gekochte artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op ............... (vergroten ) foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een houten bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de glazen waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle verzonden mailtjes.
8	Gekochte artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op vergrote foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het ............... (besteden) bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

1	Woon jij in dat hoge gebouw in het centrum?
2	Vanochtend kreeg mijn collega een vervelend bericht.
3	Dat kleine café aan de haven zoekt nog personeel.
4	Shiva maakte voor ons een Indiaas gerecht.
5	Mijn tante vroeg een houten bijzettafeltje voor haar verjaardag.
6	Mijn broertje liet de glazen waxinelichthouders vallen.
7	In je outbox staan alle verzonden mailtjes.
8	Gekochte artikelen mogen altijd geruild worden.
9	Op vergrote foto's zie je vaak duidelijk de pixels.
10	Het bestede bedrag kan bij de administratie gedeclareerd worden.

Zelfstandig aan het werk

Maak de opdrachten af waar je vanochtend mee aan de slag bent geweest (huiswerk).

Ben je klaar?

Dan laat je mij je werk zien en kun je gaan.