Oefentoets Paragraaf 10.3 Deelname aan verkiezingen

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Gemeentebestuur

Provinciale staten

Tweede en Eerste Kamer

Europese Unie

Staatsinrichting

Gemeentelijke overheid

De provinciale overheid

Landsbestuur

Europese regering

Hoofd (= leiding) van de gemeente.

Voorzitter van de gemeenteraad.

College van burgemeester en wethouders.

Koning en de ministerraad (oftewel de regering).

Gemeenteraad

Burgemeester

College van B&W

Kroon

Regering zonder de koning.

Hoofd (=leiding) van de provincie.

Voorzitter van de Provinciale Staten.

Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.

Kabinet

Provinciale staten

Commissaris van de koning

Gedeputeerde

Eerste Kamer.

landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.

Europese Tweede Kamer, met minder macht.

Dagelijks bestuur van de EU.

Senaat

Tweede Kamer

Europees Parlement

Europese commissie

Regeringsleiders van EU-landen die de belangrijke beslissingen nemen.

Ministers van een bepaald vakdepartement. 

Europese Tweede Kamer, met minder macht.

Dagelijks bestuur van de EU.

Europese Raad

Raad van de Europese Unie

Europees Parlement

Europese commissie

Bij de verkiezingen mogen alle burgers van Nederland stemmen.

1. juist
2. onjuist

Nederland heeft een opkomstplicht bij de verkiezingen

1. juist
2. onjuist

Het aantal burgers dat stemt, liep na de afschaffing van 1970 vrijwel elke verkiezing terug.

1. juist
2. onjuist

Vanaf 2002 steeg de opkomst van de verkiezingen weer.

1. juist
2. onjuist

In 2002 steeg de opkomst van de verkiezingen weer, doordat politicus Pim Fortuyn was vermoord.

1. juist
2. onjuist

In 2017 was de opkomst zeer laag dit was 82%

1. juist
2. onjuist

De laagste opkomst is altijd bij de gemeenteraadsverkiezingen

1. juist
2. onjuist

Gemeenteraadsverkiezing staat op plek 2 wanneer je kijkt naar opkomst

1. juist
2. onjuist

Provinciale staten verkiezingen staat op nummer 4 als je kijkt naar opkomst

1. juist
2. onjuist

De verkiezingen voor het Europese parlement staan op de laatste plek als het gaat om opkomst van de Nederlandse burgers.

1. juist
2. onjuist

In België is het geen plicht om je stem uit te brengen.

1. juist
2. onjuist

Als een Belg zich niet meld op het stembureau dan krijgt hij een boete.

1. juist
2. onjuist

1. juist
2. onjuist

Gezien de stijging van de opkomst is er in Nederland geen discussie om de opkomstplicht weer in te voeren.

1. juist
2. onjuist

In België is het je plicht om je stem uit te brengen.

1. juist
2. onjuist

De verkiezingen voor het Europese parlement staan op nummer 1 als het gaat om opkomst van de Nederlandse burgers.

1. juist
2. onjuist

Provinciale staten verkiezingen staat op nummer 3 als je kijkt naar opkomst

1. juist
2. onjuist

Gemeenteraadsverkiezing staat op plek 3 wanneer je kijkt naar opkomst

1. juist
2. onjuist

De laagste opkomst is bij de Tweede Kamer verkiezingen

1. juist
2. onjuist

In 2017 was de opkomst zeer hoog dit was 82%

1. juist
2. onjuist

In 2005 steeg de opkomst van de verkiezingen weer, doordat politicus Pim Fortuyn was vermoord.

1. juist
2. onjuist

Vanaf 2002 daalde de opkomst van de verkiezingen weer.

1. juist
2. onjuist

Het aantal burgers dat stemt, liep na de afschaffing van 1970 vrijwel elke verkiezing omhoog.

1. juist
2. onjuist

Nederland heeft geen opkomstplicht bij de verkiezingen

1. juist
2. onjuist

Bij de verkiezingen kunnen alle meerjarige burgers van Nederland stemmen.

1. juist
2. onjuist