This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Een eerlijk proces
Slide 1 - Slide
Leg uit welke kritiek de tekenaars hebben op de Nederlandse rechtsstaat
Slide 2 - Open question
Doel van deze les:
Kunnen beoordelen wanneer er sprake is van eerlijke rechtspraak
Het verschil kunnen uitleggen tussen daadstrafrecht en daderstrafrecht
Kunnen uitleggen hoe een rechtszaak verloopt
Kunnen uitleggen hoe een rechter een vonnis bepaalt
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Eerlijke rechtspraak
Onafhankelijke rechtspraak
Onpartijdige rechtspraak
Gebaseerd op de wet
Zwijgrecht
Openbare zitting
Onschuldspresumptie
Hoor en wederhoor
Slide 5 - Slide
Trial by media
Door mediaberichtgeving kan de bevolking zelf al tot een oordeel komen, zonder dat een rechter zich hierover heeft gebogen.
Waarom is een trial by media een probleem voor de rechtsstaat?
Slide 6 - Slide
Door mediaberichtgeving kan de bevolking zelf al tot een oordeel komen, zonder dat een rechter zich hierover heeft gebogen.
Waarom is een trial by media een probleem voor de rechtsstaat? Gebruik in je antwoord één van de kenmerken van een eerlijk proces.
Slide 7 - Open question
Daderstrafrecht
Nederland kent daderstrafrecht. Dat betekent dat er in het strafrecht rekening wordt gehouden met bijzondere omstandigheden van de verdachte en van het delict.
Sommige van deze omstandigheden kunnen leiden tot een zwaardere straf, andere tot een lichtere straf.
Slide 8 - Slide
Zwaardere straf
Lichtere straf
De verdachte heeft spijt
De verdachte heeft nog geen strafblad
De verdachte werkt mee aan het onderzoek
Anderen zijn van de verdachte afhankelijk
De verdachte was onder invloed van drank of drugs
De verdachte is een politieagent of rechter
De verdachte heeft bij het delict geweld gebruikt
Het delict heeft geleid tot iemands dood
Slide 9 - Drag question
Proces van een proces
Om te garanderen dat een rechtszaak eerlijk verloopt moet elke rechtszaak volgens dezelfde procedure verlopen.
De rechter opent de zaak, controleert de persoonsgegevens van de verdachte en leest hen hun rechten voor
De officier van justitie leest de tenlastelegging voor
De rechter doet onderzoek naar de feiten van de zaak. De rechter en officier van justitie stellen vragen aan de verdachte.
De officier van justitie komt met een strafeis, het requisitoir.
De advocaat houdt een pleidooi ter verdediging van de verdachte
De officier van justitie reageert op het pleidooi (repliek); de advocaat mag ook weer reageren (dupliek)
De verdachte mag als laatste het woord nemen.
De rechter bepaalt een vonnis
Slide 10 - Slide
1
2
3
4
5
6
7
8
Zaak openen
Tenlastelegging
Onderzoek
Requisitoir
Repliek
Dupliek
ID controleren
Rechten lezen
Pleidooi
Laatste woord
Vonnis
Slide 11 - Drag question
Het vonnis
De uitspraak van een rechter wordt een vonnis genoemd. Hoe bepaalt een rechter wat het juiste oordeel is?
Om tot een veroordeling te komen stelt een rechter zichzelf vier materiële vragen
1. Heeft de verdachte het feit gepleegd?
2. Was het feit strafbaar?
3. Is de verdachte aansprakelijk?
4. Wat moet de straf zijn?
Om een straf te bepalen baseert de rechter zich op het wetboek van strafvordering, en op jurisprudentie: alle uitspraken van rechters in soortgelijke zaken.
Slide 12 - Slide
Doel van deze les:
Kunnen beoordelen wanneer er sprake is van eerlijke rechtspraak
Het verschil kunnen uitleggen tussen daadstrafrecht en daderstrafrecht
Kunnen uitleggen hoe een rechtszaak verloopt
Kunnen uitleggen hoe een rechter een vonnis bepaalt