H4 Thema 5 Basisstof 5 Neurale regulatie

Thema 5 Basisstof 5

Impulsgeleiding
HAVO4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 5 Basisstof 5

Impulsgeleiding
HAVO4

Slide 1 - Slide

Sleep ieder onderdeel naar de juiste plek.
Axon
Dendriet
Cellichaam
Synaps
Myelineschede

Slide 2 - Drag question

Hoe wordt een impuls doorgegeven tussen twee zenuwcellen?
A
Via hormonen die binden aan receptoren
B
Via een elektrisch signaal
C
Via neurotransmitters die binden aan receptoren
D
Via eiwitten op de celmembraan

Slide 3 - Quiz

Ella wordt geknepen door haar zusje, ze trekt haar arm terug.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
timer
2:00
Ruggenmerg
Spieren
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in bewegingszenuwcellen
Prikkel
Impulsen in gevoelszenuwcellen

Slide 4 - Drag question

Autonoom zenuwstelsel
Animale zenuwstelsel
Bewuste acties
Bloedvaten vernauwen
Orthosympatisch
Skeletspieren
Reflexen
Parasympatsch

Slide 5 - Drag question

Autonoom zenuwstelsel: parasympatisch en orthosympatisch deel

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt 
  2. Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt

Slide 7 - Slide

Leestijd
Lezen blz. 44 - 46

  • Impulsgeleiding
  • Impulssterkte en frequentie
  • BINAS 88F
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Impuls

Slide 9 - Slide

Impulsoverdracht

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

buiten is het meer + dan binnen:
het rustpotentiaal is - 70 mV

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Depolarisatie
Repolarisatie
Prikkeldrempel
Rustpotentiaal
Hyperpolarisatie
-70 mV
-50 mV
+30 mV
-75 mV

Slide 18 - Drag question

Hyperpolarisatie:
K+poorten sluiten (te) langzaam,  extra K+ naar buiten, Na+ poorten dicht
Repolarisatie (herstelfase):
Na+poorten dicht  /  K+poorten gaan open  /  K+ kan naar buiten.
Depolarisatie (actiefase):
Door stimulering openen extra Na+poorten (K+poorten blijven dicht) Na+ gaat naar binnen.
Drempelwaarde:
Stimulus doet Na+ poorten open - depolarisatie  (K+ poorten dicht).
Rustfase:
Na+ en Ka+ poorten gesloten.
1
2
3
4
5

Slide 19 - Drag question

Wat is de verdeling van ionen binnen en buiten de cel voordat een impuls plaats heeft gevonden?
A
Veel kalium buiten de cel en veel natrium binnen de cel
B
Veel natrium buiten de cel en veel kalium binnen de cel
C
Veel natrium en kalium buiten de cel en veel negatieve ionen binnen de cel
D
Veel natrium en kalium binnen de cel en veel negatieve ionen buiten de cel

Slide 21 - Quiz

Wat is de verdeling van ionen nadat een impuls net heeft plaatsgevonden?
A
Veel natrium binnen de cel en veel kalium buiten de cel
B
Veel kalium in de cel en veel natrium buiten de cel
C
Veel kalium en natrium binnen de cel
D
Veel natrium en kalium buiten de cel

Slide 22 - Quiz

Impulssterkte en impulsfrequentie
  • Of een impuls wordt doorgegeven of niet is afhankelijk van de PRIKKELsterkte en frequentie
  • Bij een zwakke prikkel wordt de -50 mV drempelwaarde niet behaald en blijven de meeste ionkanalen dicht. De impuls wordt dus niet doorgegeven
  • Hoe grootte van het verschil in membraanpotentiaal is de impulssterkte. DIT IS ALTIJD HETZELFDE. OF ER NOU EEN HARD GELUID IS OF EEN ZACHT GELUID. DIT IS HETZELFDE!!
  • Het aantal impulsen achter elkaar is de impulsfrequentie

Slide 23 - Slide

Impulsfrequentie
  • Je lichaam vertaalt prikkels naar impulsen. Hoe sterker de prikkel is hoe meer impulsen er worden gegenereerd
  • Bijvoorbeeld: Een heel hard geluid = heel veel impulsen per seconde. Een zacht geluid = een paar impulsen per sconde

Slide 24 - Slide

Impuls geleiding over gehele zenuwcel
  • Impulsen worden geleid door het opengaan
    van ionkanalen
  • Ionkanalen reageren op de elektrische lading 
  • Als op plaats P de ionkanalen opengaan
    ontstaat er een impuls
  • Het opengaan zorgt voor een verandering in
    elektrische lading op plaats Q
  • Hierdoor gaan op plaats Q de ionkanalen open
  • Op deze manier wordt een impuls stapsgewijs
    doorgegeven over het hele axon

Slide 25 - Slide

Het nut van een myelineschede
  • Stapsgewijze impulsgeleiding is echter best wel traag
  • Myelineschedes (cellen van Schwann) zorgen ervoor dat een impuls sprongsgewijs kan worden doorgegeven
  • Hierdoor wordt de impulsgeleiding veel sneller (50x zo snel)

Slide 26 - Slide

In welke situatie is de
prikkelsterkte het grootst?
A
Een meisje loopt langs en je ruikt vaag de geur van haar parfum
B
Je loopt langs de bakker en ruikt sterk de geur van versgebakken broodjes
C
De prikkelsterkte is bij voorbeeld A en B gelijk

Slide 27 - Quiz

In welke situatie is de
impulssterkte het grootst?
A
Een meisje loopt langs en je ruikt vaag de geur van haar parfum
B
Je loopt langs de bakker en ruikt sterk de geur van versgebakken broodjes
C
De impulssterkte is bij voorbeeld A en B gelijk

Slide 28 - Quiz

In welke situatie is de
impulsfrequentie het grootst?
A
Een meisje loopt langs en je ruikt vaag de geur van haar parfum
B
Je loopt langs de bakker en ruikt sterk de geur van versgebakken broodjes
C
De impulsfrequentie is bij voorbeeld A en B gelijk

Slide 29 - Quiz