Bouwsteen 6

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands 

Bouwstenen - 2F 

06  Feit en mening

Terugblik: welke 4 tekstsoorten heb je geleerd?

Terugblik: uit welke 3 onderdelen is een goede tekst opgebouwd?

Terugblik: wat zijn signaalwoorden?

Doel vandaag

-Je kunt feiten en meningen in een tekst van elkaar onderscheiden.

-Je kunt argumenten in een tekst herkennen.

-Je kunt figuurlijk taalgebruik interpreteren.

-Je kunt je mening geven en onderbouwen met argumenten.

-Je kunt figuurlijk taalgebruik toepassen.

Een feit is een bewering die je kunt controleren. Je kunt dus opzoeken of het echt waar is. Een feit kan waar of onwaar zijn.

Wat is een feit?

Een mening is wat iemand ergens van vindt. Een mening kun je niet controleren. Je kunt het ermee eens zijn, maar het is niet een vaste waarheid zoals een feit.

Wat is een mening?

Feit

Mening

De les duurt tot 15.00

Het is hier warm

Het is hier 21 graden

Roken is schadelijk

Je ziet er mooi uit

Is de stelling waar?
Een feit kun je controleren.

1. waar
2. niet waar

Ik weet het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik

1. Ja
2. Nee

Benjamin liep als een kip
zonder kop door het lokaal.
Dit is ........

1. Figuurlijk taalgebruik
2. Letterlijk taalgebruik

Waar wordt geen gebruik gemaakt van figuurlijk taalgebruik?

1. Hij kookt van woede.
2. Hij is héél boos.
3. Het stoom komt uit zijn oren.
4. Hij springt uit zijn vel.

Je moet goed in je oren knopen, dat je op tijd moet komen.

1. letterlijk
2. figuurlijk

Ik heb een wond aan mijn hoofd.

1. letterlijk
2. figuurlijk