Wereldeconomie 1.6 t/m 1.11

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom
5 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Slide

Wat is globalisering?

Slide 2 - Open question

Welke stelling is juist of onjuist?
I. Bij een optimale taakverdeling (ieder doet die taak,
waarin hij relatief het beste is) kunnen er 2 uur
bespaard worden t.o.v. de beginsituatie.
II. Er is hier sprake van een comparatief voordeel.
A
Beide zijn juist
B
I is juist II is onjuist
C
I is onjuist II is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 3 - Quiz

Oorzaken comparatieve kostenverschillen
  • Beschikbare hoeveelheid productiefactoren.
  • Kwaliteit productiefactoren.

Slide 4 - Slide

Noem de productiefactoren.

Slide 5 - Open question

Arbeid
  • Relatief grote bevolking
    --> prijs van arbeid lager --> loonkosten belangrijk onderdeel van de kostprijs. 
  • Hoogte arbeidsproductiviteit 
    Gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid. 
    Kwaliteit van arbeid (menselijk kapitaal)

Slide 6 - Slide

Kapitaal
Natuurlijke hulpbronnen en de aanwezige kapitaalgoederenvoorraad. 
  • Klimaat
  • Aanwezigheid van grondstoffen

Slide 7 - Slide

Wat valt onder kapitaal?

Slide 8 - Open question

Kostprijs product
Hoeveel het kost om een product te maken. 
  • Arbeidsproductiviteit, hoeveelheid arbeid, kwaliteit arbeid. 
  • Kwaliteit kapitaal, hoeveelheid kapitaal, schaalvoordelen

Slide 9 - Slide

Verzonken kosten 
  • Kosten die zijn gemaakt en die je niet meer kunt terugverdienen als de activiteit wordt gestaakt, omdat er geen andere gebruiksmogelijkheden zijn.
  • Invloed op schaalgrootte en versterken comparatief voordeel. 

Slide 10 - Slide

Factorproductiviteit
Factorproductiviteit geeft aan hoe goed arbeid en kapitaal (machines) worden ingezet in een land. 

Factorproductiviteit stijgt door:
Scholing, specialisatie, veel R&D, innovaties, beter milieu, etc...

Slide 11 - Slide

Productiestructuur
Rijkere landen
  • Grote hoeveelheden kapitaalgoederen, hooggeschoolde bevolking.
Armere landen
  • Grote hoeveelheden goedkope laaggeschoolde arbeiders vooral arbeidsintensieve productie. 

Slide 12 - Slide

Multinational: 
een groot bedrijf dat in meerdere landen economisch actief zijn met de productie en/of verkoop van hun goederen en diensten.

Internationale arbeidsverdeling: Ieder land produceert goederen en diensten waar hij het best of het goedkoopst in is.

Slide 13 - Slide

VOC als eerste multinational? 

Slide 14 - Slide

Wat verhoogd de factorproductiviteit NIET?
A
corruptie
B
instituties
C
innovatie
D
hoge kwaliteit machines

Slide 15 - Quiz

Aan het werk
Maken 1.6 t/m 1.11
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?
Lees de tekst
  • Onderstrepen
  • Samenvatten

Slide 16 - Slide