Voorkennis 4 Afronden

Welkom
1 / 44
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Heb je al je snelhechter bij je?

Slide 2 - Open question

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert juist afronden van getallen. 
  • Je leert afronden op vijfvouden. 
  • Je leert grote getallen afronden. 

Slide 4 - Slide

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 5 - Quiz

Uitleg theorie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 8 - Open question

Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 
(deze dia komt na het voorbeeld).

Slide 9 - Slide


Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.

Slide 10 - Open question

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 11 - Slide

Stap 1. Ga na waarop je moet afronden. Kijk naar het eerstvolgende cijfer / cijfer waarop je moet afronden
A
eerstvolgende cijfer
B
cijfer waarop je moet afronden

Slide 12 - Quiz

Afronden op 1 decimaal.
12,76
A
14
B
12.5
C
12.8
D
13

Slide 13 - Quiz

De oplossing was t=7,2. Hoe moet je deze vergelijking op hele maanden afronden?
A
Kan je niet op helen afronden
B
t=8
C
t=7
D
t=7,5

Slide 14 - Quiz

Afronden op honderdtallen.
76 449 wordt:
A
76000
B
76 400
C
76 500
D
77000

Slide 15 - Quiz

Afronden op 1 getal achter de komma
16.22

A
16.3
B
15
C
16
D
16.2

Slide 16 - Quiz

Afronden op 1 decimaal achter de komma
12,76
A
14
B
12.5
C
12.8
D
13

Slide 17 - Quiz

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5749 wordt
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 18 - Quiz

afronden op 2 cijfers achter de komma
1,194
A
1,20
B
1,19
C
1,21
D
1,18

Slide 19 - Quiz

Afronden op twee decimalen.
4,5749 wordt:
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 20 - Quiz

Afronden op één decimaal.
5,579 wordt
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 21 - Quiz

Afronden op een heel getal:
7.6
A
7
B
8
C
7.5
D
6

Slide 22 - Quiz

Bereken op de rekenmachine
(afronden op 2 decimaal)
3,55=...
A
17,5
B
525,21
C
525,2
D
525,22

Slide 23 - Quiz

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 24 - Quiz

afronden op 1 cijfer achter de komma?
1,18
A
1,2
B
1,1
C
1,19
D
1,0

Slide 25 - Quiz

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 26 - Quiz

Afronden op een 2 decimalen betekent:
een antwoord met:
A
2 cijfers achter de komma
B
een geheel getal
C
4 cijfers achter de komma
D
een deelstreep

Slide 27 - Quiz

Wat moet je altijd doen bij het omrekenen van tijd? Je antwoord
A
altijd afronden
B
met hoofdletters schrijven
C
op rekenmachine laten staan
D
alle drie de antwoorden

Slide 28 - Quiz

sleep naar de juiste plaats:
honderdtallen
eenheden
tienden
duizendsten

Slide 29 - Drag question

Verbind de juiste waarden bij het getal 34567,890
3
5
7
9
8
4
6
Duizendsten
Tienden
Honderdsten
Eenheden
Tientallen
Honderdtallen
Duizendtallen
Tienduizendtallen

Slide 30 - Drag question

Zoek de juiste koppels:
6
70
300
0,3
5000
0,05
0,009
Eenheden
Tiental
Duizendste
Honderdste
Honderdtal
Duizendtal
Tiende

Slide 31 - Drag question

Afronden. Schruif de getallen naar de juiste plek.
1,99
2
2,1
1,985 
op 2 decimalen
1,985 
op 0 decimalen
2,11
op 1 decimaal
2,11 
op een rond getal
1,985 
op 1 decimaal
1,994
 op 2 dicimalen
2,11
op geheel getal

Slide 32 - Drag question

Huiswerk


Maak in deze les:

werkblad 4VA en 

werkblad 4VB


Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!


Succes!


Slide 33 - Slide

Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 
3. Verbeter je antwoorden.

Slide 34 - Slide

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 35 - Open question

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 36 - Open question

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 37 - Open question

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 38 - Open question

Lesafsluiting
  • Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

  • Klaar voor de quiz? 

Slide 39 - Slide

sleep naar de juiste plaats:
honderdtallen
eenheden
tienden
duizendsten

Slide 40 - Drag question

Verbind de juiste waarden bij het getal 34567,890
3
5
7
9
8
4
6
Duizendsten
Tienden
Honderdsten
Eenheden
Tientallen
Honderdtallen
Duizendtallen
Tienduizendtallen

Slide 41 - Drag question

Zoek de juiste koppels:
6
70
300
0,3
5000
0,05
0,009
Eenheden
Tiental
Duizendste
Honderdste
Honderdtal
Duizendtal
Tiende

Slide 42 - Drag question

Afronden. Schruif de getallen naar de juiste plek.
1,99
2
2,1
1,985 
op 2 decimalen
1,985 
op 0 decimalen
2,11
op 1 decimaal
2,11 
op een rond getal
1,985 
op 1 decimaal
1,994
 op 2 dicimalen
2,11
op geheel getal

Slide 43 - Drag question

Tot ziens iedereen

Slide 44 - Slide