2/2 Een langdurige strijd

De tijd van Ontdekkers 
en hervormers
ONRUST IN NEDERLAND



​1. Een nieuwe wereld.
2. Andere ideeën.
3. Nederland in tweestrijd.
4. Oorlog met Spanje.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De tijd van Ontdekkers 
en hervormers
ONRUST IN NEDERLAND



​1. Een nieuwe wereld.
2. Andere ideeën.
3. Nederland in tweestrijd.
4. Oorlog met Spanje.

Slide 1 - Slide

De geboorte 
van Nederland
De Nederlandse Opstand.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welk land heerst in de 16e eeuw over de Nederlanden?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Spanje

Slide 4 - Quiz

Een aantal hoge Nederlandse edelen zijn het
niet eens met het bewind van Koning Filips.

Ze komen in actie. Wat doen ze eerst?
A
Ze starten een oorlog tegen de Spaanse overheerser
B
Ze gaan naar landvoogdes Margaretha van Parma en smeken haar om het bewind te matigen
C
Ze vermoorden Spaanse edellieden

Slide 5 - Quiz

Onder het bewind van Filips is er maar één godsdienst toegestaan: het katholicisme. Protestanten zijn het hier niet mee eens en houden in het geheim protestantse diensten. Dit doen ze in velden en in schuren.
Hoe heten deze diensten?
A
Hagenpreken
B
Veldpreken
C
Schuurkoren

Slide 6 - Quiz

Hoe reageert Filips op
de Beeldenstorm?
A
Hij vindt de Nederlanden niet belangrijk, dus hij laat het maar
B
Hij stuurt een nieuwe landvoogd naar de Nederlanden om de opstandelingen te bestraffen
C
Hij trekt naar de Nederlanden en slacht samen met zijn leger alle protestanten af

Slide 7 - Quiz

Alva stelt een strenge rechtbank in om de opstandelingen te bestraffen. Deze rechtbank heet de ‘Raad der Beroerten’. Hoe wordt deze rechtbank in de volksmond genoemd?
A
De Bloedraad
B
De Inquisitie
C
De Slachtbank

Slide 8 - Quiz

In 1568 breekt de Tachtigjarige oorlog uit. Welke slag luidt het begin van deze oorlog in?
A
De slag bij Heiligerlee
B
De slag bij Leiden
C
De slag bij Waterloo

Slide 9 - Quiz

Wat is de strijdnaam van
de Nederlandse edelen?
A
De Beeldenstormers
B
De Geuzen
C
De Hollandsche Leeuwen

Slide 10 - Quiz

Bij het tekenen van het Plakkaat van Verlatinghe in 1581 zetten een aantal provinciën van de Habsburgse Nederlanden Filips af als vorst. Dit wordt vaak gezien als de onafhankelijkheidsverklaring van de Nederlanden.
Hoe gaan de Nederlanden nu verder?
A
Als democratie
B
Als monarchie
C
Als republiek

Slide 11 - Quiz

                 

                          - Uitleggen waarom
                             Willem belangrijk
                             was in de Opstand.
                          - Uitleggen waarom
                             de Opstand 80 
                            jaar lang duurt.
                          - Verandering door
                             noord Nederlandse 
                             onafhankelijkheid.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
  • LB 4.5

Slide 12 - Slide

Republiek
= Een land zonder koning
= Een land met een GEKOZEN leider

Slide 13 - Slide

Nederland is 
een republiek.
Wat valt je op 
aan deze kaart 
van Europa in 
de 18e eeuw?

Slide 14 - Mind map

Bestuur van
de republiek
De Nederlandse Opstand.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een statenbond.
Wat is een statenbond?
A
een groep gebieden met EEN centrale overheid en een aantal deelgebieden.
B
een groep gebieden met MEERDERE centrale overheden en een aantal deelgebieden.

Slide 17 - Quiz

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een statenbond.
Hoe werd die statenbond bestuurd?
A
de gebieden hebben GEEN eigen bevoegdheden hebben die WEL door het centrale gezag beperkt kunnen worden.
B
de gebieden hebben WEL eigen bevoegdheden hebben die NIET door het centrale gezag beperkt kunnen worden.

Slide 18 - Quiz

Wie waren de twee belangrijkste mensen in de Republiek?
A
De Stadhouder en de Staten-Generaal
B
De Stadhouder en de Raadspensionaris
C
De Raadspensionaris en De Staten-Generaal

Slide 19 - Quiz

Sleep de woorden naar de 
juiste plekken in de zinnen.
  1. De meeste landen in Europa werden in de 17e eeuw bestuurd door een [..................1...................]

  2. Nederland was geen koninkrijk, maar een [..................2...................]

  3. De Republiek der Verenigde [..................3...................] bestond uit zeven zelfstandige [..................4...................]

  4. Elk gewest werd bestuurd door de [..................5...................] waarin vertegenwoordigers van de [..................6...................] en de                       [..................7...................] zaten

  5. In Den Haag kwamen vertegenwoordigers van de gewesten samen in de [..................8...................]

  6.  Daar beslisten zij over [..................9...................] en [..................10...................]
Gebruik deze woorden:
Staten-Generaal
Staten
vorst
republiek
adel
Nederlanden
gewesten
steden
het leger
de buitenlandse politiek

Slide 20 - Drag question

Bestuur in de Republiek
  • Bestuursorgaan van de Republiek.

Slide 21 - Slide

De Staten-Generaal betaalde de
Nederlandse vertaling van de Bijbel.

Wat maakte de Staten-Generaal daarmee duidelijk?
A
De katholieke kerk was de belangrijkste kerk van de Republiek
B
De protestantse kerk was de belangrijkste kerk van de Republiek
C
De Staten-Generaal bemoeide zich niet met godsdienst

Slide 22 - Quiz

Republiek der Zeven 
Verenigde Nederlanden
  • Republiek: Een land zonder                      koning aan het hoofd. 

  • Rijke burgers en edelen waren de            baas over de steden en gewesten.

  • Gewesten hadden eigen regels en rechtspraak, tegen centraal bestuur.

  • Geen vervolgingen om geloof maar alleen protestanten in het bestuur. 

Slide 23 - Slide

Waarom werd de nieuwe Nederlandse staat die eind zestiende eeuw werd gesticht ‘republiek’ genoemd? En klopte die naam met de feiten?
A
Omdat er geen koning regeerde; een echte republiek was het niet, want de macht berustte in feite bij de edelen
B
Omdat er een grondwet was die geloofsvrijheid en burgerrechten garandeerde; in de praktijk kwam van die rechten weinig terecht
C
Omdat er geprobeerd werd een democratie in te voeren; dat lukte in de praktijk slecht wegens de grote onenigheid onder de burgers

Slide 24 - Quiz

Welke bijzondere regel gold in de Nederlandse Republiek met betrekking tot de godsdienst?
A
Hoewel er in de Nederlandse Republiek geen godsdienstvrijheid was, mocht iedereen wel voor zichzelf geloven wat hij wilde.
B
In de Nederlandse Republiek bestond godsdienstvrijheid voor alle religies behalve het katholicisme.
C
In de Nederlandse Republiek was er vrijheid van godsdienst; alle religies werden als gelijkwaardig beschouwd

Slide 25 - Quiz

                 

                          - Uitleggen waarom
                             Willem belangrijk
                             was in de Opstand.
                          - Uitleggen waarom
                             de Opstand 80 
                            jaar lang duurt.
                          - Verandering door
                             noord Nederlandse 
                             onafhankelijkheid.
LEERDOELEN
Nu kun je maken:
  • LB 4.5
Wil je meer leren? Maak:
  • LB 10.16

Slide 26 - Slide

Stel een vraag over
iets dat je nog niet zo
goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question