Grammatica zinsdelen: zinsdeelzin les 2 (2 vwo)

Grammatica zinsdelen
Zinsdeelzinnen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen
Zinsdeelzinnen

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Deze les gaan we verder met het onderwerp 'zinsdeelzinnen'. 

Slide 2 - Slide

Terugblik: wat is er blijven hangen van de vorige les over het zinsdeelzinnen.

Slide 3 - Open question

Wie het laatste koekje heeft gepakt, krijgt geen toetje meer.
Ik heb een proefwerk over het vak grammatica.
Als het mooi weer is, gaan we op vakantie met de tent.
Vanwege de aanhoudende regen lopen de riolen over.
Zinsdeel
Zinsdeelzin

Slide 4 - Drag question

Huiswerk bespreken - opdracht 2, vraag 1
  • a. De marathon op natuurijs kon niet doorgaan, omdat het begon te dooien. 
  • b. Rond middernacht zal de NOS bekendmaken wat de uitslagen van de verkiezingen zijn.
  • c. Wie niet betaalt, stuurt dit bedrijf al heel snel een dreigbrief.
  • d. Wie diabetes heeft, krijgt tegenwoordig vaak een insulinepompje.

Slide 5 - Slide

Maak van de zinsdeelzin tussen haakjes een gewoon zinsdeel.

"[Wie de nieuwe KNVB-voorzitter wordt] is voor ons nog onduidelijk."

Slide 6 - Open question

Uitleg: zinsdeelzinnen
Zinsdeelzinnen

  • Een bijzin is altijd een zinsdeel van de hoofdzin. (bwb, lv, ow etc.)
  • Een zinsdeel met een persoonsvorm erin is een zinsdeelzin.
  • We kennen de volgende zinsdeelzinnen: ow-zin, lv-zin, nw.deel-zin, mv-zin, en bwb-zin.

Slide 7 - Slide

Hoe benoem je een zinsdeelzin?
Stappenplan:
1. Zoek de bijzin en noteer deze.

2. Vervang de bijzin door één woord (of woordgroep). De volgorde mag je een beetje veranderen.

3. Ontleed nu de 'nieuwe' zin.

4. Het zinsdeel van het vervangen woord staat gelijk aan de bijzin: de zinsdeelzin.


Slide 8 - Slide

Stappenplan
  1. Zoek de bijzin

  2. Vervang de bijzin door één woord/woordgroep

  3. Ontleed de 'nieuwe zin'

  4. Zinsdeel = zinsdeelzin
Voorbeeld
Omdat het zo hard regent, blijf ik vandaag binnen.
  1. Omdat het zo hard regent
  2. Vanwege de regen blijf ik vandaag binnen.
  3. pv = blijf / ow = ik / wg = blijf binnen / bwb = vandaag, vanwege de regen
  4. omdat het zo hard regent = bwb-zin

Slide 9 - Slide

Volg het stappenplan en benoem de bijzin in deze zin:

"Dat Usain Bolt alweer de snelste is, had iedereen wel verwacht."

Slide 10 - Open question

Uitleg zinsdeelzin benoemen
"Dat Usain Bolt alweer de snelste is, had iedereen wel verwacht."

  • Dat Usain Bolt alweer de snelste is
  • Dat had iedereen wel verwacht.
  • pv =  had / ow = iedereen / wg = had verwacht / lv = dat
  • Dat Usain Bolt alweer de snelste is = lv-zin

Slide 11 - Slide

Opdracht 3 maken 
Maak opdracht 3 op blz. 149
Je mag samenwerken
Gebruik je aantekeningen en het stappenplan 
15 minuten de tijd
Klaar? Pak een Donald Duckje 

Slide 12 - Slide

Antwoorden opdracht 3, zin 1
Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien.

  • 1. Wie in een glazen huis woont
  • 2. De bewoner --> De bewoner moet niet met stenen gooien
  • 3. pv = moet, ow = de bewoner 
  • 4. Wie in een glazen huis woont = ow-zin

Slide 13 - Slide

Antwoorden opdracht 3, zin 2
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.

  • 1. Als het kalf verdronken is
  • 2. Vanwege verdrinking --> Vanwege verdrinking dempt men de put. 
  • 3. pv = dempt, ow = men, wg = dempt, lv = de put, bwb = vanwege verdrinking.
  • 4. Als het kalf verdronken is = bwb-zin

Slide 14 - Slide

Antwoorden opdracht 3
  • c Wat in het vat zit = ow-zin
  • d voordat de beer geschoten is = bwb-zin
  • e Wat men in dronkenschap doet = lv-zin
  • f Zoals de ouden zongen = bwb-zin

Slide 15 - Slide

Huiswerk voor de volgende les
Theorie leren over zinsdeelzinnen + opdracht in FORMS maken (zie link in SOM).

Slide 16 - Slide