Leesvaardigheid Bijentelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Nieuwsbegrip bijentelling

Oefenen met leesvaardigheid (lezen)

Kijkvragen 

Bekijk de uitzending van het Jeugdjournaal en beantwoord de vragen. 

https://www.youtube.com/watch?v=wIDpseE_dW0

Hoeveel verschillende bijensoorten zijn er in Nederland?

Hoe kan het dat het niet goed gaat met de bijen?

Welke bijensoort werd het meest geteld?

Waarom zijn bijen belangrijk?

Leestekst 

Lees de tekst en beantwoord de vragen 

1: Wat is de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?
Hulpvraag 1a: Wat is de titel van de tekst?
Hulpvraag 1b: Wat staat er in het weekend van 23/24 april te gebeuren in Nederland?

2: Welke twee zaken zorgen ervoor dat de bij gezien wordt als knuffeldier?
Hulpvraag 2: Het woord knuffeldier wordt twee keer genoemd in dit tekstdeel onder het kopje ‘De status van knuffeldier’. Daarna volgt een uitleg waarom de bij gezien wordt als knuffeldier.

Waarom is het belangrijk te weten hoeveel bijen er zijn in Nederland?
Hulpvraag 3a: Lees de alinea nogmaals.
Hulpvraag 3b: De sleutelvraag wordt letterlijk gesteld bij de start van de alinea. Na een vraag in een tekst volgt spoedig het antwoord.

4: Hoe kun je deelnemen aan de Nationale Bijentelling?
Hulpvraag 4a: Lees de alinea nogmaals.

5: Wat is lastig aan deelnemen aan de Nationale Bijentelling?

6: Waarom nuanceert Koos Biesmeijer het hoge aantal getelde bijen in 2021?
Hulpvraag 6: Lees regel 62 – 64 opnieuw.

7: Wat kunnen wij doen om de bijenstand positief te beïnvloeden?
Hulpvraag 7: In regel 71 wordt deze vraag letterlijk gesteld. Het antwoord volgt zoals je weet snel na de vraag.

Woordkennis 

Eens kijken hoeveel betekenissen van moeilijke woorden we uit de tekst kunnen halen...

r22.
het jargon

1. goed voorbereid zijn
2. de vaktaal, de woorden die bij een bepaald vak of bij een bepaalde groep horen
3. het geld dat een bedrijf binnenhaalt met de verkoop van producten
4. doen wat bij je naam past

r6-7.
goed beslagen ten ijs willen komen

1. goed voorbereid zijn
2. de vaktaal, de woorden die bij een bepaald vak of bij een bepaalde groep horen
3. het geld dat een bedrijf binnenhaalt met de verkoop van producten
4. doen wat bij je naam past

r32-33.
zijn naam eer aandoen

1. goed voorbereid zijn
2. de vaktaal, de woorden die bij een bepaald vak of bij een bepaalde groep horen
3. het geld dat een bedrijf binnenhaalt met de verkoop van producten
4. doen wat bij je naam past

r29.
De omzet

1. goed voorbereid zijn
2. de vaktaal, de woorden die bij een bepaald vak of bij een bepaalde groep horen
3. het geld dat een bedrijf binnenhaalt met de verkoop van producten
4. doen wat bij je naam past

r41.
monotoon

1. eentonig, met weinig variatie
2. verbaasd zijn over iets
3. snel, vlug
4. een klein verschil aanbrengen

r51.
versteld staan

1. eentonig, met weinig variatie
2. verbaasd zijn over iets
3. snel, vlug
4. een klein verschil aanbrengen

r61.
nuanceren

1. eentonig, met weinig variatie
2. verbaasd zijn over iets
3. snel, vlug
4. een klein verschil aanbrengen

r40.
rap

1. eentonig, met weinig variatie
2. verbaasd zijn over iets
3. snel, vlug
4. een klein verschil aanbrengen