H6

H6
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H6

Slide 1 - Slide

waarom waren veel Europese landen jaloers op Portugal?
A
zij hadden hun eigen specerijen en haalden veel winst
B
In Portugal praten ze Portugees en dat was de taal van de liefde.
C
Portugal had een goede koning en waren rijk
D
Portugal reisden voor het eerst door de Sahara heen.

Slide 2 - Quiz


Twee uitspraken:
1. De oorzaken / gevolgen van de overwinning van de Spanjaarde op de Azteken waren a.. betere wapens, b. paarden, c. Europese ziektes.

2. Het Inca- Rijk / Azteekse Rijk lag in het gebied wat nu Peru heet. 
A
1. oorzaken, 2. Inca-Rijk
B
1. oorzaken, 2. Azeekse Rijk
C
1. gevolgen, 2. Inca-Rijk
D
1. gevolgen, 2. Azteekse Rijk.

Slide 3 - Quiz

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Producten worden verkocht met grote winst.
De grondstoffen worden naar Nederland gebracht.
De grondstoffen worden verbouwd in de kolonie.
Grondstoffen worden producten.

Slide 4 - Drag question

Waarom noemde Columbus de inwoners van Amerika Indianen?
A
Ze leken heel erg op de mensen die hij kende uit Indië
B
Columbus had niet door dat hij in Amerika was en dacht dat hij in Indië was
C
Indianen komt van het Spaanse werkwoord 'indiar', dat betekent gillen.
D
Indianen komt van het Latijns 'india' en dat betekent 'nieuw volk'

Slide 5 - Quiz

welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
een dorp of plek waaruit gehandeld werd.

Slide 6 - Open question

Europeanen haalden de meeste slaven uit West-Afrika. Hoe kwamen zij aan die slaven?
A
Kopen met geld.
B
Ruilen voor wapens.
C
De Europeanen maakten ze zelf tot slaaf.
D
Ruilen voor voedsel.

Slide 7 - Quiz

Goed

Fout

 dankzij het gebruik van paarden konden de Europeanen de Indianen verslaan. 
Vuurwapens hielpen de Europese veroveraars om de Nieuwe Wereld te veroveren
De Indianen hadden betere zwaarden dan de Europeanen. 
Ongeveer 75 % van de bevolking in de Nieuwe Wereld stierven aan Europese inmenging. 
Indianen hadden geen idee over leven in de stad.
Dankzij de Indianen werden de Europeanen aan waterpokken bloot gesteld. 

Slide 8 - Drag question

Wat is de beste omschrijving van een kolonie?
Een kolonie is ...
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat bestuurd word door een moederland.
C
een land dat een ander land bestuurd.
D
een land waarvan het bestuur in een ander land is.

Slide 9 - Quiz

Sorteer de gebeurtenissen op oorzaken en gevolgen van het ontdekkingsreizen in de 16e eeuw
Oorzaken
Gevolgen
betere kaarten
sterfte onder Indianen groot
Slavernij
Christendom groeit
luxeproducten brengen veel geld op
Christendom uit gaan breiden

Slide 10 - Drag question

Wat was GEEN gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
Men leerde nieuwe planten kennen en te eten
B
De wereld bleek groter dan men dacht
C
Veel Indianen gingen in Europa wonen
D
Men ontdekte nieuwe diersoorten

Slide 11 - Quiz

Wie heeft de Azteken veroverd?
A
Montezuma
B
Pizzaro
C
Columbus
D
Cortes

Slide 12 - Quiz

Columbus
Vasco Da Gama
Willem Barentsz

Slide 13 - Drag question

Gematigde breedte
Gematigde breedte
Lage breedte
Hoge breedte
Hoge breedte

Slide 14 - Drag question

Herhaling: Koppel de landschappen 
aan de klimaatzones
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropischklimaat
Poolklimaat
woestijnklimaat

Slide 15 - Drag question

Zet de klimaten bij de juiste diagram.
Tropisch
Zeeklimaat
Landklimaat
Koud klimaat

Slide 16 - Drag question

Omcirkel de letter van de juiste zin
A
De aarde draait in één jaar om zijn as.
B
Hoe hoger de breedteligging, hoe warmer het is.
C
Hoe hoger je komt in de bergen, hoe kouder het is.
D
Zonnestralen schijnen schuin op de evenaar.

Slide 17 - Quiz

Temperatuur, neerslag, wind, bewolking en zonneschijn van een plaats op een dag of een uur. 
Het weer in een groot gebied in een lange tijd
Grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.
Klimaat met zachte winters en koele zomers; er valt weinig neerslag. 
Klimaat met warem zomes en koude winters. 
Weer
Klimaat
Klimaatgebieden
Zeeklimaat
Landklimaat

Slide 18 - Drag question

Weer:
klimaat:
Gemiddelde weer
Groot gebied
Klein gebied
Toestand in de lucht
lange periode 
korte periode 

Slide 19 - Drag question

Wat kan aflezen van de rode lijn in een klimaatgrafiek?
A
Neerslag
B
Temperatuur
C
Zonnestraling
D
Bewolking

Slide 20 - Quiz

tropisch klmaat
zeeklimaat
landklimaat

Slide 21 - Drag question

Rechts zie je de klimaatgrafiek van Chicago.
Klik om het te vergroten.



Wat zijn de twee warmste maanden?
A
juli en augustus
B
januari en december
C
januari en februari
D
april en oktober

Slide 22 - Quiz

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Bekijk in de afbeelding de klimaatgrafieken. Welke grafiek hoort bij Egypte?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz