Week 3

Herzlich Wilkommen A2c

Du brauchst:                                  
- Kugelschreiber
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop zit in je tas.
Tas zet je op het rek!


1 / 52
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herzlich Wilkommen A2c

Du brauchst:                                  
- Kugelschreiber
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop zit in je tas.
Tas zet je op het rek!


Slide 1 - Slide

Herzlich Wilkommen HV2

Du brauchst:                                  
- Kugelschreiber
- Buch A, leesboek

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop is in de tas.
Tas zet je op het rek!


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Modalverben
:Modale hulpwerkwoorden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Machen 2.3
Aufgabe 2
Aufgabe 3
Aufgabe 4
Gebruik de woordjes van Lektion 2.3 en plaatjes S. 68

Aufgabe 5
Bezittelijk vnw -> S. 33
Haben + sein -> S. 13
Woordjes 2.3 + plaatjes S. 68
Fertig? --> Buchauftrag

timer
15:00

Slide 6 - Slide

Lernen:
Wörter Lektion 2.1 + 2.2

Zeit: 10 Minuten
Danach: testen
Kontrolle Hausaufgaben:
1, 4, 6, 7, 8, 9 (Lektion 2.2)
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Buchauftrag:
1. Schrijf je een samenvatting over Kapitel 2 + 3 (5 zinnen per Kapitel, Aufgabe A)

2. Wat weet je al over de personen? (Aufgabe B1)

3. Zoek alvast 4 moeilijke woorden op (Aufgabe C)
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Buchauftrag:
1. Schrijf je een samenvatting over Kapitel 3  (5 zinnen per Kapitel, Aufgabe A)

2. Wat weet je al over de personen? (Aufgabe B1)

3. Zoek alvast 4 moeilijke woorden op (Aufgabe C)
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Zwakke werkwoorden
Voltooid deelwoord:   ge + stam + (e) t

Slide 17 - Slide

Machen 2.1
Aufgabe 8
Aufgabe 9
Aufgabe 10

Gebruik Grammatik A

baden = baden
praten = reden
chatten = chatten
dansen = tanzen
Fertig? -> 1, 6, 7 (Lektion 2.2)

timer
15:00

Slide 18 - Slide

Text 'Hamburg' 
Aufgabe 7
S. 58!

1.Zusammen lesen
2.Fragen machen
3. Danach besprechen
timer
15:00

Slide 19 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord wordt gebruikt om een bezit aan de geven. 


Slide 20 - Slide

Machen 1.4
Aufgabe 11
Aufgabe 12
Aufgabe 13

Gebruik Grammatik F


timer
15:00

Slide 21 - Slide

Was wisst ihr über die Berliner Mauer?

Slide 22 - Slide

BRD / DDR
1949-1990
BRD: Großbritanien, Frankreich, Amerika

DDR: Sovjet-Union

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Aussprache
ä                           z
ö                           s
ü                            
u
a
o
ß

Slide 25 - Slide

Mo vorbereiten
1. Zoek je spreekpartner op
2. Werk je gesprek uit in Word
3. Oefen je gesprekje 
-> Hoe spreek je het uit?
timer
15:00

Slide 26 - Slide

Üben 
1. Ich habe (een) ... Mutter.
2. Wir haben (geen) ... Kinder.
3. Hast du (de) ... Brüder gesehen?
4. (De) ... Schwester heißt Marieke.
5.  Petra hat (een) ... Tochter. 
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Antworten
1. Ich habe eine Mutter.
2. Wir haben keine Kinder.
3. Hast du die Brüder gesehen?
4. Die Schwester heißt Marieke.
5.  Petra hat eine Tochter. 
timer
15:00

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Sprechen carrousel
Stap 1: Leerling A stelt een vraag aan leerling B. Leerling B ook aan A. 
Stap 2:  Wissel daarna de vragen om (je hebt nu een andere vraag!)
Stap 3:  Leerling A altijd blijft zitten. Leerling B gaat één plek naar voren. 
Herhaal dit leerling B weer op z'n eigen plekkie zit! :-)

Slide 31 - Slide

So machen
Zeit: 20 Minuten
Vergeet je hoofdletters niet te onderstrepen?
Bonusfragen:
1. Waar vindt het Oktoberfest plaats?
2. Wat is een 'Lederhose'?

Fertig? 
Aufgabe 3, 4, 7 (Lektion 1.3)


timer
9:00

Slide 32 - Slide

Machen: Aufgabe 7 
Benutze (gebruik) -> S. 49 
Benutze -> Text "Das bin ich"

Antwoord in hele zinnen!

Fertig? (klaar?)
Aufgabe 5, Lektion 1.2
timer
15:00

Slide 33 - Slide

haben & sein
haben
sein
ich
habe
bin
du
hast
bist
er/sie/es
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

S. 25, Lektion 1.3

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Hoofdregel (fe)esttenten
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 41 - Slide

Machen 1.2: 
Aufgabe 7
Aufgabe 8
Aufgabe 9
-> Gebruik de werkwoorden van Aufgabe 8.

Aufgabe 11 
Aufgabe 12
Gebruik Grammatik A + B


timer
15:00

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Herzlich Wilkommen HV2

Du brauchst:
- Laptop


Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 44 - Slide

Diese Stunde:

  • Wiederholung Grammatik A + B
  • Grammatik D: Zahlwörter (Aufgabe 10, 1.2)
  • Arbeiten
  • Wörter Lektion 1.3 durchnehmen

Slide 45 - Slide

Wat betekent Sie (met hoofdletter!)?

Slide 46 - Open question

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie

Slide 47 - Drag question

(tanzen) ... du auch?
A
Tanz
B
Tanzt
C
Tanzst
D
Tanzen

Slide 48 - Quiz

Ihr (wohnen) ... in Amersfoort
A
wohnen
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnst

Slide 49 - Quiz

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
machte
machtest
machte
machten
machtet
machten

Slide 50 - Drag question

Machen 1.2: 
Aufgabe 5
Aufgabe 6a/c
Aufgabe 7
Aufgabe 8
Aufgabe 9
Aufgabe 11



timer
15:00

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide