Week 3

Herzlich Wilkommen A2c

Du brauchst:                                  
- Kugelschreiber
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop zit in je tas.
Tas zet je op het rek!


1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herzlich Wilkommen A2c

Du brauchst:                                  
- Kugelschreiber
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop zit in je tas.
Tas zet je op het rek!


Slide 1 - Slide

Herzlich Wilkommen HV2

Du brauchst:                                  
- Kugelschreiber
- Buch A

Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon is in je kluis. Laptop is in de tas.
Tas zet je op het rek!


Slide 2 - Slide

Lernen:
Wörter Lektion 2.1 

Zeit: 10 Minuten
Danach: testen
Kontrolle Hausaufgaben:
1, 2, 3, 5, 7, 8, 9, 10 (Lek. 2.1)
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Machen 2.2
Aufgabe 1
Gebruik Grammatik A

Aufgabe 4
Gebruik Grammatik B -> telwoorden

Aufgabe 6
Gebruik de woordjes van Lektion 2.2

Aufgabe 7 + 8
-> Schrijf de cijfers voluit bij Aufgabe 8
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Buchauftrag:
1. Schrijf je een samenvatting over Kap. 1 en 2 (5 zinnen per Kapitel, Aufgabe A)

2. Wat weet je al over de personen? (Aufgabe B1)

3. Zoek alvast 3 moeilijke woorden op (Aufgabe C)
timer
15:00

Slide 8 - Slide

Zwakke werkwoorden
Voltooid deelwoord:   ge + stam + (e) t

Slide 9 - Slide

Machen 2.1
Aufgabe 8
Aufgabe 9
Aufgabe 10

Gebruik Grammatik A

baden = baden
praten = reden
chatten = chatten
dansen = tanzen
Fertig? -> 1, 6, 7 (Lektion 2.2)

timer
15:00

Slide 10 - Slide

Text 'Hamburg' 
Aufgabe 7
S. 58!

1.Zusammen lesen
2.Fragen machen
3. Danach besprechen
timer
15:00

Slide 11 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden
Het bezittelijk voornaamwoord
Het bezittelijk voornaamwoord wordt gebruikt om een bezit aan de geven. 


Slide 12 - Slide

Machen 1.4
Aufgabe 11
Aufgabe 12
Aufgabe 13

Gebruik Grammatik F


timer
15:00

Slide 13 - Slide

Was wisst ihr über die Berliner Mauer?

Slide 14 - Slide

BRD / DDR
1949-1990
BRD: Großbritanien, Frankreich, Amerika

DDR: Sovjet-Union

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Aussprache
ä                           z
ö                           s
ü                            
u
a
o
ß

Slide 17 - Slide

Mo vorbereiten
1. Zoek je spreekpartner op
2. Werk je gesprek uit in Word
3. Oefen je gesprekje 
-> Hoe spreek je het uit?
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Üben 
1. Ich habe (een) ... Mutter.
2. Wir haben (geen) ... Kinder.
3. Hast du (de) ... Brüder gesehen?
4. (De) ... Schwester heißt Marieke.
5.  Petra hat (een) ... Tochter. 
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Antworten
1. Ich habe eine Mutter.
2. Wir haben keine Kinder.
3. Hast du die Brüder gesehen?
4. Die Schwester heißt Marieke.
5.  Petra hat eine Tochter. 
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Sprechen carrousel
Stap 1: Leerling A stelt een vraag aan leerling B. Leerling B ook aan A. 
Stap 2:  Wissel daarna de vragen om (je hebt nu een andere vraag!)
Stap 3:  Leerling A altijd blijft zitten. Leerling B gaat één plek naar voren. 
Herhaal dit leerling B weer op z'n eigen plekkie zit! :-)

Slide 23 - Slide

So machen
Zeit: 20 Minuten
Vergeet je hoofdletters niet te onderstrepen?
Bonusfragen:
1. Waar vindt het Oktoberfest plaats?
2. Wat is een 'Lederhose'?

Fertig? 
Aufgabe 3, 4, 7 (Lektion 1.3)


timer
9:00

Slide 24 - Slide

Machen: Aufgabe 7 
Benutze (gebruik) -> S. 49 
Benutze -> Text "Das bin ich"

Antwoord in hele zinnen!

Fertig? (klaar?)
Aufgabe 5, Lektion 1.2
timer
15:00

Slide 25 - Slide

haben & sein
haben
sein
ich
habe
bin
du
hast
bist
er/sie/es
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

S. 25, Lektion 1.3

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Hoofdregel (fe)esttenten
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 33 - Slide

Machen 1.2: 
Aufgabe 7
Aufgabe 8
Aufgabe 9
-> Gebruik de werkwoorden van Aufgabe 8.

Aufgabe 11 
Aufgabe 12
Gebruik Grammatik A + B


timer
15:00

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Herzlich Wilkommen HV2

Du brauchst:
- Laptop


Je zit op je vaste plek van de plattegrond
Telefoon zit in je tas!
Tas zet je op het rek!


Slide 36 - Slide

Diese Stunde:

  • Wiederholung Grammatik A + B
  • Grammatik D: Zahlwörter (Aufgabe 10, 1.2)
  • Arbeiten
  • Wörter Lektion 1.3 durchnehmen

Slide 37 - Slide

Wat betekent Sie (met hoofdletter!)?

Slide 38 - Open question

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie

Slide 39 - Drag question

(tanzen) ... du auch?
A
Tanz
B
Tanzt
C
Tanzst
D
Tanzen

Slide 40 - Quiz

Ihr (wohnen) ... in Amersfoort
A
wohnen
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnst

Slide 41 - Quiz

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
machte
machtest
machte
machten
machtet
machten

Slide 42 - Drag question

Machen 1.2: 
Aufgabe 5
Aufgabe 6a/c
Aufgabe 7
Aufgabe 8
Aufgabe 9
Aufgabe 11



timer
15:00

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide