Wat weet je al? Argumenteren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat weet je al? Argumenteren

4 havo 3 & 5 

2 oktober

Je moet niet zo schreeuwen, daarvan raakt de hond in paniek.
A: Het viel best mee, het was maar 20 decibel
Uitspraak A is een

1. tegenargument
2. weerlegging
3. onderbouwing

De politie controleert intensief, dus we kunnen vandaag beter niet op jouw fatbike gaan
A: Die controles zijn pas vanaf volgende week
Uitspraak A is een

1. tegenargument
2. weerlegging
3. onderbouwing

Welke zin bevat het standpunt:
A. Zijn oma is onlangs overleden.
B. Zijn proefwerken zijn op dit moment voor hem niet belangrijk.

1. A.
2. B.

Welke zin bevat het standpunt:
A. Het zou me niets verbazen als we straks allemaal ziek zijn.
B. De kip is niet gaar.

1. A.
2. B.

Welk argumentatieschema's herken je in de volgende redeneringen?

Het vuurwerkverbod is fijn. Toch missen veel mensen nu het plezier van vuurwerk afsteken. Ook missen vuurwerkverkopers inkomsten. Maar het belangrijkste is dat de hulpverleners ontlast worden tijdens de jaarwisseling.

1. op basis van kenmerken
2. op basis van voor- en nadelen
3. op basis van autoriteit
4. op basis van vergelijking

Amsterdam trekt jaarlijks veel toeristen vanwege zijn beroemde musea. Het Rijksmuseum, Anne Frankhuis en Van Goghmuseum zijn goed voor bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.

1. op basis van autoriteit
2. op basis van getallen
3. op basis van kenmerken
4. op basis van voorbeelden

Het zou me niks verbazen als we straks allemaal ziek zijn. De kip was namelijk niet gaar.

1. op basis van autoriteit
2. op basis van voorbeelden
3. op basis van kenmerken
4. op basis van oorzaak / gevolg.

Alle leerlingen uit 4H3 en 4H5 moeten dit jaar niet vier maar zeven boeken lezen. Kijk naar Frankrijk daar lezen ze tien boeken en zijn de resultaten veel beter

1. vergelijkingsargumentatie
2. oorzaak-gevolgargumentatie
3. autoriteitsargumentatie
4. argumentatie op basis van voorbeelden

Veel succes!