Rekenvaardigheden leerjaar 3

Rekenvaardigheden leerjaar 3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenvaardigheden leerjaar 3

Slide 1 - Slide

Doelstelling
Je kunt rekenen met percentages
Je kunt rekenen met indexcijfers
Je kunt dagen, weken, maanden en jaren omrekenen

Slide 2 - Slide

Vooraf
Rekenen mag op verschillende manieren. Zolang je jouw berekening opschrijft en je hebt het goede antwoord is het goed.

Hier wordt het uitgelegd met formules, een verhoudingstabel of een vermenigvuldigingsfactor mag ook.

Slide 3 - Slide

Gegeven percentage uitrekenen
Formule: geheel / 100 x percentage

Voorbeeld: 75% van de 120 leerlingen gaan op de fiets naar school. Bereken hoeveel leerlingen op de fiets naar school gaan.


Slide 4 - Slide

Gegeven percentage uitrekenen
Formule: geheel / 100 x percentage

Voorbeeld: 75% van de 120 leerlingen gaan op de fiets naar school. Bereken hoeveel leerlingen op de fiets naar school gaan.

120 / 100 x 75 = 90 leerlingen

Slide 5 - Slide

Percentage berekenen
Formule: deel / geheel x 100

Voorbeeld: van de 90 leerlingen die met de fiets gaan, gaan 18 leerlingen met een fatbike. Bereken hoeveel procent van de leerlingen die op de fiets gaan, dat met een fatbike doen.

Slide 6 - Slide

Percentage berekenen
Formule: deel / geheel x 100

Voorbeeld: van de 90 leerlingen die met de fiets gaan, gaan 18 leerlingen met een fatbike. Bereken hoeveel procent van de leerlingen die op de fiets gaan, dat met een fatbike doen.

18 / 90 x 100 = 20%

Slide 7 - Slide

Procentuele verandering berekenen
Formule: (nieuw-oud) / oud x 100

Voorbeeld: Nu gaan er 18 leerlingen op een fatbike naar school, volgende maand zijn dat er 27, bereken de procentuele toename.


Slide 8 - Slide

Procentuele verandering berekenen
Formule: (nieuw-oud) / oud x 100

Voorbeeld: Nu gaan er 18 leerlingen op een fatbike naar school, volgende maand zijn dat er 27, bereken de procentuele toename.

(27-18) / 18 x 100 = 50% toegenomen

Slide 9 - Slide

Indexcijfers berekenen
Formule: waarde / waarde in basisjaar x 100

Het indexcijfer van het basisjaar is altijd 100, de indexcijfers van de andere jaren kan je altijd uitrekenen met de bovenstaande formule.

Slide 10 - Slide

2021 is het basisjaar, bereken de rest van de tabel
prijs
indexcijfer
% verandering prijs t.o.v. vorig jaar
% verandering indexcijfer  t.o.v. vorig jaar
2021
2,50 euro
100
2022
2,70 euro
2023
3 euro
2024
3,50 euro

Slide 11 - Slide

2021 is het basisjaar
prijs
indexcijfer
% verandering t.o.v. vorig jaar
% verandering t.o.v. vorig jaar
2021
2,50 euro
100
n.v.t.
2022
2,70 euro
2,70 / 2,50 x 100 = 108
(2,70-2,50) / 2,50 x 100 = 8%
(108-100) / 100 x 100 = 8%
2023
3 euro
3 / 2,50 x 100 = 120
(3-2,7) / 2,7 x 100 = 11,1%
(120-108) / 108 x 100 = 11,1%
2024
3,50 euro
3,50 /2,50 x 100 = 140
(3,50-3) / 3 x 100 = 16,7%
(140-120) / 120 x 100 = 16,7%

Slide 12 - Slide

Rekenen met dag, week, maand en jaar
Dag
Week
Maand
Jaar
Dag
1
Week
7
1
Maand
x
x
1
Jaar
365
52
12
1

Slide 13 - Slide

Rekenen met dag, week, maand en jaar
Reken altijd eerst om naar jaren, om vervolgens terug te rekenen naar weken of maanden.

Voorbeeld: Meneer Cramer werkt 4 dagen per week op school, hoeveel zijn dat er per maand?


Slide 14 - Slide

Rekenen met dag, week, maand en jaar
Reken altijd eerst om naar jaren, om vervolgens terug te rekenen naar weken of maanden.

Voorbeeld: Meneer Cramer werkt 4 dagen per week op school, hoeveel zijn dat er per maand?

4 x 52 = 208 dagen per jaar
208 / 12 = 17,33 dagen per maand


Slide 15 - Slide

Psv wint 32 van de 34 wedstrijden in de eredivisie. Hoeveel procent is dat?
A
94,1%
B
100%
C
92%
D
93,1%

Slide 16 - Quiz

Ajax verliest 58,8% van de 34 eredivisiewedstrijden. Hoeveel wedstrijden verliest ajax?
A
20 wedstrijden
B
22 wedstrijden
C
14 wedstrijden
D
17 wedstrijden

Slide 17 - Quiz

Feyenoord won vorig seizoen 25 wedstrijden, dit seizoen winnen ze er 23. Bereken de procentuele afname.
A
8%
B
8,7%
C
9%
D
9,5%

Slide 18 - Quiz

In 2023 (basisjaar) kostte een seizoenskaart voor PSV 320 euro. in 2024 kost deze kaart 350 euro. Bereken het indexcijfer van 2024
A
109,4
B
91,4
C
108,4
D
130

Slide 19 - Quiz

Piet verdient 100 euro per 2 weken werken. Bereken hoeveel Piet per maand verdient.
A
216,67 euro
B
200 euro
C
433,33 euro
D
400 euro

Slide 20 - Quiz

Terugrekenen naar 100%
Formule: waarde / (100 + procentuele verandering) x 100

Voorbeeld: De prijs van een huis is in 2024 toegenomen met 20% toegenomen tot een bedrag van 600.000 euro.
Bereken de prijs van een huis op 1 januari 2024.


Slide 21 - Slide

Terugrekenen naar 100%
Formule: waarde / (100 + procentuele verandering) x 100

Voorbeeld: De prijs van een huis is in 2024 toegenomen met 20% toegenomen tot een bedrag van 600.000 euro.
Bereken de prijs van een huis op 1 januari 2024.

600.000 / (100+20) x 100 = 500.000 euro


Slide 22 - Slide