lesbrief 1 WVO

lesbrief 1 WVO
Wat weet je al of wat weet je nog? 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

lesbrief 1 WVO
Wat weet je al of wat weet je nog? 

Slide 1 - Slide

Wat is staar?
A
huidziekte
B
Oogziekte die veel bij ouderen voorkomt
C
oogziekte die veel bij jongeren voorkomt
D
een ziekte aan je organen

Slide 2 - Quiz

Staar =
A
Een verkleurd hoornvlies
B
Een verkleurde lens
C
Een troebel hoornvlies
D
Een troebele lens

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Match de werkplekken met de juiste opleiding
Persoonlijk Begeleider Maatschappelijke Zorg
Sociaal Werker
Onderwijsassistent
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker
Sport en Bewegen
Buurthuis,  jongeren- of opvangcentrum, schuldhulpverlening, wijkteam, gemeente, welzijnsorganisatie, dagbesteding (bijv. ouderen, mensen met beperking), vluchtelingenwerk. 
Kinderopvang, buitenschoolse opvang, een speciale jeugdinstelling, het speciaal onderwijs of een gastgezin.
Basisschool, het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs of het beroepsonderwijs.
GGZ, gehandicaptenzorg, verzorgings- en verpleeghuizen, thuiszorg,  maatschappelijke opvang, asielzoekerscentra, ziekenhuizen, justitiële instellingen. 
Sportverenigingen, wellnes, fitnesscentra, buurtwerk, zwembaden of andere organisaties die zich bezighouden met sport.

Slide 5 - Drag question

Voor wie zijn de volgende hulpmiddelen of aanpassingen geschikt? Sleep de voorbeelden naar de juiste personen. 
Mensen die niet goed voorover kunnen buigen
Mensen met problemen aan de armen of schouders
Slechtzienden
Mensen die slecht ter been zijn
Drempels weghalen
Elastische veters
Verlengde borstel om de rug te wassen
Geleidelijnen

Slide 6 - Drag question

Een sociale kaart heeft verschillende functies:
Welke is juist?
A
Overzicht hebben over belangrijke organisaties en contactpersonen
B
Weten bij welke instanties je zelf informatie kunt krijgen
C
Weten naar welke voorzieningen of personen je een cliënt kunt doorverwijzen
D
Alle drie juist

Slide 7 - Quiz

Wat kan de dagbesteding aanbieden om de grove motoriek te stimuleren?
A
haken
B
breien
C
dansen
D
puzzelen

Slide 8 - Quiz

Welke zin klopt NIET over dagbesteding.
A
Activiteiten om overdag de tijd zinvol door te brengen
B
Activiteiten 24 uur per dag zinvol door te brengen.
C
Leuke activiteiten overdag voor mensen die niet naar school of werk kunnen

Slide 9 - Quiz

Wat zou de dagbesteding kunnen aanbieden om de fijne motoriek te stimuleren?
A
wandelen
B
fit-/ zitgym
C
breien
D
zingen

Slide 10 - Quiz

Welke activiteiten hieronder zijn NUTTIG op een dagbesteding?
A
Stenen opstapelen
B
Vogelhuisjes timmeren
C
Tv kijken
D
Radio luisteren

Slide 11 - Quiz

Op de dagbesteding wordt een muziekavond georganiseerd. Wat kan het doel zijn van deze activiteit?

A
Ontspanning
B
ontwikkeling/leren
C
zelfstandigheid
D
beweging

Slide 12 - Quiz

Welk doel kan dagbesteding hebben?
A
Contacten opdoen
B
Verminderen van eenzaamheid
C
Opvang bieden
D
Structuur in de dag brengen

Slide 13 - Quiz

Waarom is een dagbesteding zo belangrijk voor mensen met een beperking?
A
Houdt ze van de straat
B
Biedt dagritme en structuur
C
Het is leuk

Slide 14 - Quiz

Welk doel van de dagbesteding is een doel voor ouderen, maar geen doel voor volwassenen?
A
Contacten opdoen
B
Verminderen van eenzaamheid
C
Opvang bieden
D
Structuur in de dag brengen

Slide 15 - Quiz

Sleep naar de goede afbeelding
1
2
3
TIA
Hersenbloeding
Herseninfarct

Slide 16 - Drag question

Alzheimer
hersenbloeding
kleine pasjes en veel beven
ontstoken gewrichten
Parkinson
Dement
Reuma
CVA

Slide 17 - Drag question

Herseninfarct
TIA
Hersenbloeding
Deel van de hersenen krijgt te weinig zuurstof
Deel van de hersenen krijgt tijdelijk te weinig zuurstof
Een bloeduitstorting beschadigd een deel van de hersenen

Slide 18 - Drag question

Hoe tevreden ben jij over jouw kennis?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Wat zou je vanaf nu anders willen doen?

Slide 20 - Open question