Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Hoe werkt deze oefentoets?
- met de pijltjes toetsen < en > op je toetsenbord ga je terug naar de vorige vraag en verder naar de opvolgende vraag.
- als je klaar bent druk je rechts onder aan het scherm op kruisje.
- controleer je gemaakte opgaven en druk op inleveren.
- de toets wordt nagekeken zodra de tijd om is (15min.). Je krijgt dan een cijfer en je kunt je antwoorden inzien.
Succes!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Hoe werkt deze oefentoets?
- met de pijltjes toetsen < en > op je toetsenbord ga je terug naar de vorige vraag en verder naar de opvolgende vraag.
- als je klaar bent druk je rechts onder aan het scherm op kruisje.
- controleer je gemaakte opgaven en druk op inleveren.
- de toets wordt nagekeken zodra de tijd om is (15min.). Je krijgt dan een cijfer en je kunt je antwoorden inzien.
Succes!
Slide 1 - Slide
Welk deel van China is dichtbevolkt?
A
Het noorden
B
Het zuiden
C
Het westen
D
Het oosten
Slide 2 - Quiz
Waarom is dat deel van China dichtbevolkt? Kies een natuurlijke oorzaak.
A
Het is er te droog
B
Er valt voldoende neerslag
C
Er is een hoge welvaart
D
Het is er hoog
Slide 3 - Quiz
Hoe heet het klimaat dat je in dit klimaatdiagram ziet?
A
Hooggebergteklimaat
B
Landkimaat
C
Steppeklimaat
D
Zeeklimaat
Slide 4 - Quiz
Het bevolkingsdiagram van 2015 is het diagram met .... staven
A
Gekleurde
B
Doorschijnende
Slide 5 - Quiz
Het bevolkingsdiagram van 2040 is het diagram met .... staven
A
Gekleurde
B
Doorschijnende
Slide 6 - Quiz
Kies de zin die goed is
A
Het geboortecijfer en de levensverwachting in China zijn sinds 1960 gedaald
B
Het geboortecijfer en de levensverwachting in China zijn sinds 1960 gestegen.
C
Het geboortecijfer in China is sinds 1960 gedaald, de levensverwachting is gestegen.
D
Het geboortecijfer in China is sinds 1960 gestegen, de levensverwachting is gedaald.
Slide 7 - Quiz
Welke zin is onjuist?
A
De eenkindpolitiek van China geldt niet alleen op het platteland.
B
In China is veel reliëf.
C
Het Lössplateau is een hoogvlakte in China.
D
Soms zijn twee kinderen in China toegestaan.
Slide 8 - Quiz
Naar welk deel van China probeert de Chinese regering mensen te laten verhuizen?
A
Het noorden
B
Het westen
C
Het zuiden
D
Het oosten
Slide 9 - Quiz
Wat werd vooral in China gedaan toen het een echt lagelonenland was?
A
ontwerpen
B
de productie
C
verkoop
Slide 10 - Quiz
Welke komt in Nederland weinig voor?
A
ontwerpen
B
de productie
C
verkoop
Slide 11 - Quiz
De pijlen in figuur 1 geven de relaties weer die er zijn tussen de Parelrivierdelta, China en de wereld. Welke woorden horen bij de drie soorten relaties?
1
2
3
arbeiders
export
multinational
Slide 12 - Drag question
Welke zin is juist?
A
Hongkong is een kolonie van Engeland
B
Buitenlandse bedrijven vind je in China in het binnenland
C
Hongkong is een rijke stad.
D
D Shanghai is een echte fabrieksstad
Slide 13 - Quiz
Kies het onjuiste gevolg van de eenkindpolitiek.
A
De bevolking is sterk vergrijsd.
De levensverwachting is sterk gestegen.
Er zijn zo’n 400 miljoen minder Chinezen geboren.
De bevolking is sterk vergrijsd.
B
De levensverwachting is sterk gestegen..
C
Er zijn zo’n 400 miljoen minder Chinezen geboren
D
Een flinke daling van het geboortecijfer
Slide 14 - Quiz
1
2
3
4
Geboortecijfer
Geboorteoverschot
Totale bevolking
Sterftecijfer
Slide 15 - Drag question
Wat is de oorzaak van deze sterke verstedelijking?
A
De Chinese overheid wil de inwoners van China beter over het land verdelen
B
Woningen in Hongkong werden zo duur dat miljoenen bewoners van Hongkong richting het goedkopere Shenzhen verhuisden.
C
Toen Hongkong een kolonie van Engeland was, moesten alle Chinese bewoners verhuizen naar de provincie Guangdong.
D
Het instellen van de eerste speciale economische zone in Shenzhen lokte veel buitenlandse bedrijven en daardoor ook veel werknemers naar de Parelrivierdelta.
Slide 16 - Quiz
Hoe vond je deze oefentoets gaan?
Slide 17 - Open question
Had je alle huiswerkopdrachten van paragraaf 1 en 2 gemaakt?