What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woensdag 19 januari
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Slide
merken
zien, horen, ruiken, of voelen
hoe iets is
werkwoord: ik merk, ik merkte, ik heb gemerkt
Zin:
Ik merkte dat de wind steeds harder ging waaien, want ik moest hard trappen op de fiets.
Zin:
Wij hebben gemerkt dat mensen de coronaregels moeilijk vinden.
Slide 2 - Slide
onbekend
als je
niet weet
wat of wie het is
bekend
= je weet
wel
wat of wie het is
kan over mensen gaan en over dingen
bijvoeglijk naamwoord: onbekend
e
Zin:
Ik ken die mensen niet, ze zijn voor mij
onbekend.
Zin:
Het is
onbekend
wanneer de cijfers van de toets er zijn.
Slide 3 - Slide
het pond
een gewicht van 500 gram
een halve kilo
Zin:
De baby woog 9 pond toen hij geboren was.
Zin:
Ik koop in de winkel 3 pond kaas.
Slide 4 - Slide
zogenaamd
de naam die iets krijgt maar iets anders wordt bedoeld.
alsof
het echt zo is: het is
in het echt niet
zo
Zin:
Iemand die zogenaamd rijk is: zegt dat hij rijk is, maar is het niet.
Zin:
Die zogenaamde vriend is nog nooit op jouw verjaardag geweest.
Slide 5 - Slide
tot en met
inclusief
het laatste hoort er bij
afkorting: t/m
Zin:
Je moet de toets maken tot en met opdracht 12.
Zin:
Kinderen t/m 12 jaar mogen naar die film.
Slide 6 - Slide
Als je iets merkt dan.......
(geef het beste antwoord)
A
zie je iets.
B
zie, hoor en voel je iets.
C
hoor je iets.
D
voel je iets.
Slide 7 - Quiz
Het woord
bekend
betekent dat je
A
iets wel weet
B
iets niet weet
Slide 8 - Quiz
Een pond is een maat voor
...................
A
inhoud
B
gewicht
C
afstand
Slide 9 - Quiz
Een pond weegt..................
A
1000 gram
B
500 gram
C
10 gram
D
100 gram
Slide 10 - Quiz
Wat betekent
zogenaamd.
A
Een naam voor iets, maar iets anders wordt bedoeld.
B
Een vervelend iets.
C
iets wat raar is.
D
iets wat veel voorkomt.
Slide 11 - Quiz
Tot en met (t/m) betekent:
A
de laatste niet doen
B
ook de laatste doen.(inclusief)
Slide 12 - Quiz
De toets heeft 16 opdrachten. Je moet de toets maken t/m opdracht 12.
Maak je opdracht 12 of 16?
Slide 13 - Open question
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 14 - Slide
Vanmorgen zat ik op de fiets en toen kon ik ............... dat ik wind tegen had, want het was heel erg koud.
Slide 15 - Open question
Wij weten niet hoeveel leerlingen er vandaag zijn, dat is ....................
Slide 16 - Open question
Ik wil graag 6 .................. appels, dat is samen 3 kilo.
Slide 17 - Open question
Ik zeg .................... dat ik naar school ga, maar dat doe ik niet.
Slide 18 - Open question
Wij hebben voorjaarsvakantie van 21 februari ... .. ... 27 februari.
Slide 19 - Open question
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je één zin met 1 van de woorden. Vertel deze zin aan de klas.
Kies
uit de woorden:
merken
het pond
tot en met
zogenaamd
onbekend
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Woensdag 21 december 2022
December 2022
- Lesson with
25 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Donderdag 12 januari 2023
December 2022
- Lesson with
27 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
donderdag 27 januari 2022
September 2022
- Lesson with
23 slides
Veranderingen in Ecosystemen
November 2020
- Lesson with
32 slides
Biologie
Secondary Education
Hoofdstuk 1.1 + 1.2 Balansbegrippen
November 2020
- Lesson with
24 slides
Economie
Secondary Education
Hoofdstuk Kernbegrippen
January 2023
- Lesson with
41 slides
Economie
Secondary Education
Present Perfect
June 2022
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 14 hv3
November 2020
- Lesson with
36 slides
Frans
Enseignement Secondaire