H6.4 Stad en land in onze tijd

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

H6 'Leven in een stad'

cursus 6.4 'Stad en land in onze tijd'

Tijdvak 4:

Tijd van steden en staten

Planning

• Lesdoelen vorige les
• Lesdoelen deze les
• Instructie / zelfstandig werken
• Aan de slag
• Lesdoelen evalueren

Herhaling lesdoelen 6.3

Hoe zag een middeleeuwse straat er uit?

1. Stenen huizen en nette geplaveide straten.
2. Smalle, modderige straten met houten huizen.
3. Grote houten huizen met veel ruimte ertussen.
4. Kleine huizen van steen met nette straten van aangestampte aarde

Wat is een landbouwstedelijke samenleving is en hoe dat is ontstaan?

1. Samenleving van boeren die is ontstaan doordat boeren hun spullen verkochten op de markt
2. Samenleving die bestaat uit stadsbewoners die voor zichzelf gingen zorgen
3. Samenleving van boeren en stadsbewoners die is ontstaan door handel en ambachten.

Wat is centralisatie?

1. Een gebied wordt bestuurd door allemaal graven die de baas zijn in hun eigen gebied.
2. Dan moeten de graven de koning bijstaan met raad en daad.
3. Als een gebied wordt geregeerd vanuit steeds een andere plaats.
4. Een gebied wordt steeds meer bestuurd vanuit een centrale plaats.

Lesdoelen 6.4

•  Je kunt de opbouw van een Nederlands stad beschrijven.

• Je weet wat er met bevolkingsdichtheid wordt bedoeld.
  

 

• Je kunt een oplossing noemen voor het fileprobleem op de Nederlandse    hoofdverbindingen.
  

Amersfoort vroeger

Amersfoort nu

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

•Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).

•Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.

•Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.

•Tijdens de instructie ben je stil!

•Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

•Je doet mee met de uitleg.

•Je maakt aantekeningen als dat nodig is.

•Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Opbouw Nederlandse stad

1. De binnenstad (vaak oud)
2. De goedkoopste huizen (1900-1960)
   
3. Hoogbouw: flats en laagbouw: woonerven (1960-1990)
   
4. Nieuwst en modernste wijken: Vinex-wijken
   

Bevolkingsdichtheid

= het aantal inwoners per km² (vierkante kilometer)

Lijst van landen:
Plek: 27, Nederland 409,6 km² (2016)
Plek: 33, België     373,7 km² (2016)
Plek: 55, Duitsland     226 km² (2016)

Verkeer & hoofdverbindingen

• Forensen:
  

 mensen die werken in een andere plaats dan waar ze wonen.

• Hoofdverbindingen: de belangrijkste autosnelwegen, spoorlijnen en waterwegen.
  

Klaas woont in Lunteren en moet voor zijn werk elke dag met de auto naar Amersfoort.
Hoe noem je zo iemand?

Wat zijn volgens jouw boek oplossingen voor het fileprobleem?

1. Spoorwegen aanleggen.
2. Mensen met de bus en trein laten reizen.
3. Mensen op verschillende werktijden laten beginnen.
4. Autosnelwegen verbreden.

Aan de slag

Maken:

• Cursus 6.4 blz. 105 t/m 109 opdr. 1, 2, 3, 5, 6, 8, 10, 11
  
• Begrippen en betekenissen

Klaar:

• Alle blauwe opdr.
• Verdieping blz. 112 t/m 113
  
• Topografie blz.  114 t/m 115
  

Evaluatie Lesdoelen 6.4

• Je kunt de opbouw van een Nederlands stad beschrijven.
• Je weet wat er met bevolkingsdichtheid wordt bedoeld.
• Je kunt een oplossing noemen voor het fileprobleem op de Nederlandse    snelwegen.