This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Schedel
Sleutelbeen
Halswervels
Teenkootje
Rib
Heiligbeen
Handwortelbeentjes
Kuitbeen
Knieschijf
Heupbeen
Middenvoetsbeentje
Middenhandsbeentje
Dijbeen
Ellepijp
Onderkaak
Borstbeen
Voetwortelbeentjes
Vingerkootje
Spaakbeen
Schouderblad
Lendewervel
Borstwervel
Opperarmbeen
Staartbeen
Scheenbeen
Slide 4 - Drag question
Gewricht
Naad-verbinding
Vergroeide botten
Kraakbeen
Slide 5 - Drag question
Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.
kraakbeenlaagje
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
gewrichtsband
gewrichtsknobbel
gewrichtskom
Slide 6 - Drag question
gewrichtsonderdeel
functie
slijtage voorkomen
gewrichtskop en -kom bij elkaar houden
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
gewrichts banden
kraakbeenlaagje
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Welke 3 soorten gewrichten ken je? En geef per gewricht een voorbeeld waar je het kan vinden in je lichaam.
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Welk nadeel heb je als zoolganger?
A
de hele zool wordt gebruikt bij het lopen
B
je zakt makkelijk weg in de bodem
C
je bent niet zo snel
D
je hebt geen knie
Slide 27 - Quiz
Safouan en Bas doen een uitspraak over topgangers; Safouan:,, Topgangers kunnen snel rennen omdat ze hun hele voetzool gebruiken. Bas:,, Topgangers zakken snel weg in zachte ondergrond omdat ze alleen op het topje van hun poten lopen.