Lees techniek HN

Toonladders en Akkoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toonladders en Akkoorden

Slide 1 - Slide

Wat is de basis van elke compositie?
A
Toonladders en akkoorden
B
radio
C
Een hoofdtelefoon
D
Televisie

Slide 2 - Quiz

Hoe noemen wij deze tekens?
A
kruisen enzo......
B
achteraf
C
bijtteken
D
voortekens

Slide 3 - Quiz

Hoe ontstaan de tekens uit voorgaande vraag?
A
Als het niet klinkt schrijft men er gewoon een kruis of mol bij
B
als correctie op het toonladderschema
C
omdat men alle toetsen van de piano een naam moest geven
D
Omdat op afstand noten hoger of lager kunnen klinken

Slide 4 - Quiz

Als dit samen gespeeld wordt klinkt een........
A
Akkoord
B
Drieklank
C
Vooruitgang
D
Piano

Slide 5 - Quiz

Grote Terts Toonladder
Grote Drieklank

Slide 6 - Slide

Wat zie je hier op de foto?
A
Schijf van vijf
B
Kwinten Cirkel
C
man van vitruvius
D
Geheime codes van de CIA

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Hoe heet het vormen van de lippen als men gaat spelen?
A
Ammechure
B
Embouchure
C
Amechure
D
Embochure

Slide 9 - Quiz

Hoe hoger de noot hoe groter de mondholte?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 10 - Quiz

De plaats van het "mondstuk" is afhankelijk van...
Correct
Incorrect
Altijd anders, want  zo krijg je geen pijnpunt op een plek
Al naar gelang het instrument
Dikte van je lippen
afhankelijk van vorm van ieders gebit
voor iedereen dezelfde plek en manier
de grootte van het mondstuk

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

De "H"-aanzet en waarom.
- Deze aanzet is om je het gevoel te geven dat lucht hoofdbestanddeel voor een toon, hierdoor ontstaat zekerheid/veiligheid/beheersen op moment surpréme.
- Oefening fade out en begin
- Tong heb je "niet" nodig 
- wel voor ritmiek
- Saxofoon........
-  Dynamiek is doseren met je lucht ontwikkelen van balans

Slide 13 - Slide

Mondholte
Luchtpijp

Slide 14 - Slide

Tuned Percussion
Untuned Percussion

Slide 15 - Drag question

Zacht spelen is zo weinig mogelijk lucht uitblazen.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 16 - Quiz

Natuurlijk doe je dit door je lippen hard op elkaar te knijpen.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 17 - Quiz

Wat doe je met de adem als je een melodie speelt?
A
Constant lucht uitblazen
B
Per noot een aparte luchtstoot blazen.
C
Hard de ventielen of kleppen indrukken
D
Niks....Het zware werk aan de buurman/vrouw overlaten

Slide 18 - Quiz