Bedenk eerst wie je gaat interviewen.
Bespreek samen: wat zeg je tegen iemand die je wil interviewen? Je wil ook vertellen waarom je de vragen wil stellen. Wat zeg je?
Je stelt twee vragen: Waar bent u trots op in Nederland? Waar bent u niet trots op in Nederland?
Bedenk wat je vraagt als iemand een heel kort antwoord geeft.
Bedenk ook wat je vraagt als je iemand niet begrijpt.