doelen 5 t/m 9

1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


A
Grafiek 1 hoort bij een fietstocht naar school. Je stopt onderweg even.
B
Grafiek 1 hoort bij een fietstocht naar school. Onderweg stop je niet.

Slide 4 - Quiz


A
Grafiek 2 hoort bij een fietstocht naar school. Je stopt onderweg even.
B
Grafiek 2 hoort bij een fietstocht naar school. Onderweg stop je niet.

Slide 5 - Quiz

Wat is het verband in
deze grafiek?

A
de rode grafiek
B
het assenstelsel
C
de vloeiende lijn
D
windsnelheid en tijd

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Hoe vaak stijgt de grafiek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Hoe vaak daalt de grafiek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Hoe vaak is de grafiek constant?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe warm was om 4 uur?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Hoe laat was het het warmst?

Slide 15 - Open question





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!



1) Wat is een assenstelsel?
2) Wat betekent het begrip coördinaat en hoe schrijf je een coördinaat op?
3) Wat betekent het begrip oorsprong?
4) Hoe teken je een punt in een assenstelsel?
5) Wat is een globale grafiek?
6) Wat is het verband dat bij een grafiek hoort?
7) Wat zijn stijgende, dalende en constante delen van een grafiek?
8) Hoe lees je een grafiek af als je de waarde op de horizontale as weet?
9) Hoe lees je een grafiek af als je de waarde op de verticale as weet?
10) Hoe teken je een grafiek bij een tabel?
11) Hoe kun je de stapgrootte van de assen aflezen?
12) Wat is een zaagtand?
13) Hoe zie je in een grafiek of een stijging of daling sneller of langzamer is dan een ander deel van de grafiek?



Slide 16 - Slide