Les 4_ BGER 3_ Gedragsverandering en motivatie _ week van 6 maart

BGER 3 _ Les 4
Gedragsverandering en motivatie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Beroepsgericht3MBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BGER 3 _ Les 4
Gedragsverandering en motivatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Leerdoelen van de les 
Weten we het nog
Theorie
Opdracht 
Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van de les 
Je verduidelijkt hoe je mensen in de verschillende fasen van gedragsverandering van Balm (openstaan, begrijpen, willen, kunnen, doen en volhouden) kunt stimuleren
 
Je legt uit dat je intrinsieke motivatie bij mensen kunt bevorderen door in te spelen op de drie basisbehoeften uit de Zelfdeterminatietheorie (ZDT)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voor wie is structuur belangrijk?
A
Clienten
B
Kinderen
C
Ouderen
D
Iedereen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het model van gedragsverandering uit de vorige les?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zet in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Willen
Doen
Volhouden
Kunnen
Begrijpen
Openstaan

Slide 7 - Drag question

Gedragsverandering van Balm
openstaan
begrijpen
willen
kunnen
doen
volhouden
Motivatie
Wat is dat nu eigenlijk?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is een belangrijke voorwaarde voor motivatie
A
Iemand moet het beoogde doel kunnen behalen
B
Bij motivatie is ondersteuning van naasten noodzakelijk
C
Iemand moet beloond worden voor zijn inspanningen
D
Iemand heeft een of meerdere redenen om iets te gaan doen of juist te laten

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Motivatie is wat iemand drijft. Iemand is gemotiveerd als hij redenen heeft om iets te gaan doen, of niet te doen. Motivatie ligt dicht bij zingeving: wat geeft iemand zin in de dag, in het leven? Motivatie is een motor voor gedragsverandering.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Ongemotiveerde mensen?
Toch is er altijd een motivatie, iets waar iemands ogen van gaan glimmen. De vraag is dus niet óf, maar waarvóór iemand gemotiveerd is. Het vinden van die motivatie geeft energie. Maar het kan ook confronterend zijn. Mensen met een ondersteuningsbehoefte hebben vaak niet hun gedroomde leven. Dan kan het pijn doen om die droom te benoemen. Er is moed, tijd en ondersteuning nodig om toch te onderzoeken wat iemand zelf echt wil.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Mensen met wie het niet zo goed gaat, lijken soms nergens voor gemotiveerd, klopt dat?
JA
NEE

Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Twee verschillende soorten van motivatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1) Extrinsieke motivatie
Motivatie komt van buiten af. Zoals inzet van beloningen, erkenningen, dwang of straf. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

2) Intrinsieke motivatie
Motivatie komt vanuit een persoon zelf. Bijvoorbeeld vanuit passie. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Intrinsieke motivatie zorgt vaak voor betere resultaten. Je voelt je betrokken bij je doelen en je blijft je daarvoor inzetten. Je bent creatiever en geïnteresseerder. Als je gedrag daarentegen alleen maar uitvoert omdat dat beloond wordt (extrinsieke motivatie), dan zul je daar vaak mee stoppen zodra die beloning uitblijft. Intrinsieke motivatie verhoogt jouw welzijn en geluksgevoel, zoals een beter humeur, energie om dingen te ondernemen en voldoening.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maar we hebben nog 3 andere behoeftes om tot verandering te komen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

autonomie: de behoefte om zelf keuzes te maken en zo zelfstandig en vrij mogelijk te handelen
betrokkenheid (of verbondenheid): de behoefte aan geaccepteerde en gewaardeerde relaties met anderen
competentie: de behoefte aan vertrouwen in het eigen kunnen, het gevoel de capaciteiten te hebben om goed te kunnen functioneren.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht - mag in tweetallen
Kies  twee situaties uit jullie eigen leven:

1) een situatie waarin het jou lukte om jouw gedrag te veranderen en daardoor een doel te bereiken – en dit ook vol te houden
2) een situatie waarin het jou niet lukte om te veranderen of waarin je dit op den duur niet volhield, terwijl je dat wel wilde.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ga met elkaar in gesprek over de factoren die er in beide situaties voor zorgden dat het:

wél lukte om te veranderen en níét lukte om te veranderen.
Noteer de factoren en geef per factor aan of deze van binnenuit (uit jullie zelf) of van buitenaf (uit jullie omgeving) kwam. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag/ huiswerk
Boek: Methodisch begeleiden 
Hoofdstuk 9: Begeleidingsdoelen
Verwerkingsopdrachten
4. Weten en begrijpen
Opdracht 5 en opdracht 6

Slide 24 - Slide

This item has no instructions