Personal and Possessive Pronouns

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Personal and Possessive Pronouns

Today

Learning Goal

Uitleg persoonlijke voornaamwoorden

Practice together

Exercises

Learning Goal check

Next class + homework

Personal Pronouns

Persoonlijke voornaamwoorden

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden, leerlingen hebben waarschijnlijk geen idee. Uitleggen. Vragen aan Annalies, moeten leerlingen deze term kennen of moeten ze alleen de grammatica kunnen toepassen.

Learning goal

Na deze les kan ik

- I, you, he, she, it, we, you en they invullen in een Engelse zin.

Example

Ik ben gelukkig

I am happy

Wij zijn gelukkig

We are happy

Woorden als ik, hij, zij, het, wij en jullie heb je nodig om zinnen te kunnen maken in het Engels daarom bespreken we die vandaag.

NL

Ik

Jij 

Hij

Zij (enkelvoud)

Het

Wij

Jullie

Zij (meervoud)

EN

I

You (enkelvoud)

He

She

It

We

You (meervoud)

They

NL

Zij is slim

Sara is slim

Zij zijn stom

Ouders zijn stom

Jij bent aardig

Jullie zijn aardig

EN

She is clever

Sara is clever

They are stupid

Parents are stupid

You are nice

You are nice

Let's practice together!

Inloggen op Lessonup

1. Go to lessonup.nl

2. Voer de 6 cijfers onderin het scherm in bij student pin.

3. Voer je naam in.

4. Gelukt? Well done!

Welk woord komt op de puntjes?
Zij is slim.
... is clever.

1. They
2. She
3. We
4. It

Welk woord komt op de puntjes?
Zij zijn moe.
... are tired.

1. You
2. She
3. They
4. He

Welk woord komt op de puntjes?
Ik ben boos.
... am angry.

1. i
2. We
3. It
4. I

Welk woord komt op de puntjes?
Jij bent grappig.
... are funny.

1. They
2. We
3. You
4. It

Welk woord komt op de puntjes?
Jullie zijn geïnteresseerd.
... are interested.

1. You
2. We
3. He
4. They

Excercises

Do: 1.2 Listening, opdracht  5 en 6 online

Opdracht 7 en 8 doen we samen, luisteroefeningen

In twos

Whisper (fluisteren)

15 minutes

Klaar? Do 1.2 Listening, opdracht  11, 13 en 14 online

Learning goal

Ik kan nu

- I, you, he, she, it, we, you en they invullen in een Engelse zin.

Next class

Possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden)

Regels

-Niet naar de WC tijdens de les

-Je bent stil tijdens de uitleg.

-Tijdens zefstandig werken mag je fluisterend met elkaar overleggen

Today

Learning Goal

Uitleg bezittelijke voornaamwoorden

Practice together

Exercises

Learning Goal

Next class

Learning goal

Na deze les kan Ik kan

- in het Engels zeggen van wie iets is door my, your, his, her, its, our, your of their te gebruiken.

Possessive Pronouns

Bezittelijke voornaamwoorden

Van wie?

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden, leerlingen hebben waarschijnlijk geen idee. Uitleggen. Vragen aan Annalies, moeten leerlingen deze term kennen of moeten ze alleen de grammatica kunnen toepassen.

Examples

Bobbi is mijn hond.

Bobbi is my dog.

Clair is zijn kat.

Clair is his cat.

NL

mijn

jouw

zijn

haar

van het (bij dieren of dingen)

ons/onze

jullie

hun*

EN

my

your

his

her

its

ours

your 

their

NL

Ik ben jullie Engels docent.

Zij gaat haar huiswerk maken.

We doen altijd onze telefoons in ons kluisje.

Zij zijn hun agenda vergeten.

EN

I am your English teacher.

She is going to do her homework.

We always put our phones in our locker.

They have forgotten their dairy.

Let's practice together!

Inloggen op Lessonup

1. Go to lessonup.nl

2. Voer de 6 cijfers onderin het scherm in bij student pin.

3. Voer je naam in.

4. Gelukt? Well done!

Welk woord komt op de puntjes?
You do ... math homework.

1. my
2. you
3. yours
4. your

Welk woord komt op de puntjes?
... pencil is in his schoolbag.

1. His
2. He
3. She
4. your

Welk woord komt op de puntjes?
They are going to ... classroom.

1. our
2. their
3. her
4. its

Welk woord komt op de puntjes?
The cat is play with ... toy.

1. our
2. their
3. we
4. its

Welk woord komt op de puntjes?
We eat ... sandwiches in the canteen.

1. our
2. their
3. we
4. her

Excercises

Do: 1.2 Listening opdracht  9 ,10, 11 online

In twos

Whisper (fluisteren)

10 minutes

Done? 1.2 Listening, opdracht 13 en 14 online

Learning goal

Na deze les kan Ik kan

- in het Engels zeggen van wie iets is door my, your, his, her, its, our, your of their te gebruiken.

Next class

Homework: 1.2 Listening opdracht 5-12 online