4.1: geleiders, isolatoren, energiegebruikers en schakelschema's

Goedemorgen!
Vandaag gaan we verder met paragraaf 4.1
Pak je werkboek en notitieschrift voor je.
Open Lesson Up en leg je IPad op de hoek van de tafel. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!
Vandaag gaan we verder met paragraaf 4.1
Pak je werkboek en notitieschrift voor je.
Open Lesson Up en leg je IPad op de hoek van de tafel. 

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
  1. Instructie IPad gebruik/ maatregelen voor rust in de les
  2. Terugblik op vorige les
  3.  Nieuwe lesstof: geleiders en isolatoren en energiegebruikers
  4. Schakelschema's tekenen
  5. Aan de slag met opdrachten (steekproef huiswerk)
  6. Pauze!
  7. Aan de slag met het project/proef isolatoren en geleiders
  8. Check/afsluiting

Slide 2 - Slide

IPad gebruik
  • Tijdens de uitleg ligt de IPad open op de hoek van de tafel met LessonUp geopend
  • Bij een (quiz)vraag pak je de IPad en maak je de vraag. Daarna leg je de IPad weer terug op de hoek van de tafel. 

Slide 3 - Slide

Maatregel voor meer rust in de les
  1. Waarschuwing
  2. Naam op bord
  3. Apart zitten en uit (werk)boek overschrijven.
  4.  Uit de klas en het 7e uur terugkomen in 2_14

Slide 4 - Slide

 
Wanneer gaat de lamp branden in deze stroomkring?
Bij een gesloten stroomkring
Bij een open stroomkring
Brandt altijd

Slide 5 - Drag question

vul de ontbrekende woorden in. 
Stroom kan alleen lopen door ................................................ stroomkring


Een elektrische apparaat haalt zijn energie uit een ..........................................


Spanning wordt gemeten in ............................................


Stroomsterkte wordt gemeten in ................................................




open
gesloten
spanningsbron
stroomkring
volt
ampere

Slide 6 - Drag question

Grootheid
Symbool
Beschrijving
Spanning


Stroomsterkte


De kracht waarmee de elektronen door de stroomkring 'geduwd' worden
De hoeveelheid elektronen die per seconde door de stroomkring stroomt
I
U

Slide 7 - Drag question

Leerdoelen:


  • Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en een aantal voorbeelden geven.
  • Je kunt uitleggen wat de rol van een energieverbruiker is in een stroomkring en hiervan enkele voorbeelden noemen
  • Je kent de verschillende symbolen in een schakelschema en kunt hiermee zelf een schakelschema tekenen.

Slide 8 - Slide

Geleiders en Isolatoren
Waarom is een elektriciteitsleiding aan de binnenkant van koper en aan de buitenkant van pvc?

Slide 9 - Slide

Geleiders
Stroom is het bewegen van 
elektronen. 
Bij metalen zijn er veel vrije 
elektronen
Daar beweegt het dus 
gemakkelijker.

Slide 10 - Slide

 Geleiders en Isolatoren

Isolatoren zijn het tegenovergestelde van geleiders. 
Het zijn de stoffen waar elektrische energie NIET doorheen kan lopen.  


Slide 11 - Slide

Geleiders 

laten elektrische stroom goed door 

metalen
Isolatoren 

laten elektrische stroom slecht of niet door
  • rubber
  • glas
  • hout
  • plastic
  • keramiek

Slide 12 - Slide

Welke stelling klopt niet?
A
je kunt geen stroomkring zonder spanningsbron hebben
B
voor een stroomkring heb je geleiders nodig
C
een stroomkring kan niet zonder schakelaar
D
een stroomkring moet een gesloten lus zijn

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Noem 1 energiegebruiker

Slide 15 - Mind map

Wat gebeurt er als je een stroomkring maakt zonder energiegebruiker?

Slide 16 - Slide

Schakelschema

Slide 17 - Slide

Je ziet vier symbolen voor schakelschema's. 
Sleep de naam van het onderdeel onder het juiste symbool.
Batterij
Schakelaar
Snoer
Lampje

Slide 18 - Drag question

Zelf aan de slag met opdrachten
  • Opdracht:9 t/m 13 (blz. 6 en 7)  
  • Overleg mag, maar alleen fluisterend.
  • Heb je een vraag? Steek je hand op.
  • Klaar? Ga verder met Apprentice of oefen met geleiders en isolatoren in de simulator van Phet Colorado.

Slide 19 - Slide

Opdracht 2: moodboard
Kleuren
Textuur
Thema
Sfeer
Waarde

Slide 20 - Slide

Opdracht 3: woordweb/mindmap

Slide 21 - Slide

Opdracht 4: onderzoek
Vergelijk. Wat spreekt je aan? Waarom? Wat ga je gebruiken? Waarom?

Slide 22 - Slide

Een stroomkring bestaat uit minstens drie onderdelen: een apparaat (bijvoorbeeld een lamp), snoeren en een spanningsbron (bijvoorbeeld een batterij).
Sleep de juiste functie naast elk onderdeel.
Lamp
Snoeren
Batterij
Elektrische energie vervoeren.
Elektrische energie leveren.
Elektrische energie omzetten.

Slide 23 - Drag question

Maak een schakelschema waarbij je een lampje aansluit op een batterij.

Slide 24 - Drag question

Isolator
Geleider

Slide 25 - Drag question

Volgende week:
Serie en parallel schakelingen!

Slide 26 - Slide