Poezie en beeldspraak oefenen

Poëzie
Beeldspraak

Stijlfiguren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Poëzie
Beeldspraak

Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Poëzie en stijlfiguren
Bij stijlfiguren wordt met taal gespeeld om ergens nadruk aan te geven. Daarmee worden bepaalde tekstdelen belangrijker en krijgen ze soms meer betekenis

Slide 2 - Slide

Poëzie en stijlfiguren
herhaling                                      opsomming
tegenstelling                                      paradox
hyperbool
retorische vraag
ironie                                          sarcasme
understatement

Slide 3 - Slide

Poëzie en beeldspraak
Bij beeldspraken wordt een beeld gebruikt om te zeggen wat je bedoelt, met andere woorden: om te verwijzen naar de werkelijkheid. 

Slide 4 - Slide

Poëzie en beeldspraak
Vergelijking met/zonder als
Vergelijking met van
Metafoor
Personificatie
Metonymia

Slide 5 - Slide

Vergelijking met/zonder als
zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen

Slide 6 - Slide

Vergelijking met van
een droom van een kans

Slide 7 - Slide

Metafoor
hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen

Slide 8 - Slide

Personificatie
De bomen fluisteren je naam

Slide 9 - Slide

Metonymia
Hij is verliefd op die blonde.

Slide 10 - Slide

Elke Nederlander maalt evenveel om cultuur als een pissebed om zonlicht.
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 11 - Quiz

Hier komt het ochtendgloren / dat spoken vreet.
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
Personificatie
D
metonymia

Slide 12 - Quiz

In de blauwe steppen boven de aarde / jagen de gevleugelde paarden
A
vergelijking met van
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 13 - Quiz

Een onverzettelijke speelbal, rijdt de meeuw op golf na golf.
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 14 - Quiz

Ik sta aan ‘t raam en zend mijn adem uit.
A
vergelijking met van
B
metafoor
C
Personificatie
D
metonymia

Slide 15 - Quiz

We dronken nog een glaasje mee.
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 16 - Quiz

Het hoge gillen in de kazerne / waar je stem, die mooie vaas, / werd stukgetrapt
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 17 - Quiz

Je loopt rondjes door de slaapkamer om je gedachten als een / armband in elkaar te kunnen slikken.
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 18 - Quiz